Als er slechts één systeem wordt geïnstalleerd, moet dit
aan de achterzijde van de mast worden geïnstalleerd:
• Er wordt een scafor™ R- of caRol™-lier in de
hoge stand geplaatst (fig. 3.a); en
• De blocfor™ R-valbeveiliger staat in de lage stand
(fig. 3.b).
Als er meerdere systemen worden geïnstalleerd,
moeten deze als volgt worden geïnstalleerd:
• Er wordt een scafor™ R- of caRol™-lier in de
hoge stand geplaatst aan de achterzijde van de
mast (fig. 3.c); en
• De blocfor™ R-valbeveiliger staat in de lage
stand, aan de voorkant van de mast (fig. 3.c).
Er is geen andere configuratie toegestaan.
Leid de kabel, afhankelijk van de positie van uw
systeem, over de doorvoerriemschijven (fig. 3). Bij aan
de voorzijde gemonteerde apparatuur moet de kabel
over de voorste riemschijf lopen. Bij aan de achterzijde
gemonteerde apparatuur moet de kabel over de
achterste riemschijf lopen.
De positie van de ankerkop kan naar behoefte op drie
posities worden ingesteld. Vergrendel deze altijd op zijn
plaats met de veiligheidspen.
OPMERKING: Geen enkele andere assemblage
dan de hierboven beschreven is toegestaan zonder
schriftelijke toestemming van Tractel
OPMERKING: De vermelde lasten zijn de
toepasselijke maximumwaarden, die in geen geval
mogen worden vermenigvuldigd met het aantal of de
verankeringspunten op de kop of mast van davitrac.
5.1. blocfor™ 20R en 30R
Voordat u blocfor™ 20R of 30R voor de eerste keer
gebruikt, moet deze worden bevestigd op de daarvoor
bestemde steun.
5.1.1. Installatie van de blocfor™ 20R en 30R op
de blocfor™ davitrac-steun
1. Plaats het verankeringspunt van de blocfor™ op het
verankeringspunt van de steun (fig. 4.a), en plaats
de sluitring en borgmoer zonder ze vast te draaien.
2. Plaats de platte steun op de kabelgoot van de
blocfor™-steun en stel deze af. Plaats vervolgens
de montageschroef.
3. Draai de borgmoer stevig vast (fig. 4.a) en draai de
schroef van de platte steun vast (fig. 4.a).
5.1.2. Installatie van de blocfor™ davitrac-steun
aan de mast van de davitrac
1. De blocfor™ davitrac-steun wordt altijd in de lage
positie op de mast geplaatst (fig. 5):
2. Plaats de gaten in de steun in lijn met de twee gaten
3. Breng de pennen die aan de steun zijn bevestigd
4. Vergrendel de pennen met de veiligheidspennen
5. Haal de kabel uit de blocfor™ om deze over de
6. Verwijder het pennetje dat ervoor zorgt dat de kabel
7. Plaats het pennetje dat ervoor zorgt dat de kabel
5.1.3. Demontage van de blocfor™-steun van de
1. Ontgrendel het pennetje dat ervoor zorgt dat de
door de blocfor™-steun; wees voorzichtig met het
maken van plotselinge bewegingen.
.
®
2. Verwijder de kabel uit de riemschijven (fig. 5).
3. Verwijder de veiligheidspennen die zijn bevestigd
4. Verwijder de pennen uit de steun (fig. 5) en houd
5. Vervang de pennen en veiligheidspennen op de
5.2. caRol™
Voordat caRol™ voor de eerste keer wordt gebruikt,
moet deze worden geïnstalleerd op de daarvoor
bestemde steun.
5.2.1. Installatie van caRol™-lieren op de caRol™
1. Plaats de caRol™-lier op de plaat van de caRol™
2. Plaats de caRol™-lier in de richting van de
3. Plaats de vier schroeven die bij de steun zijn
4. Plaats de sluitringen op de schroeven en draai de
• Aan de voorzijde als er andere compatibele
apparatuur wordt gebruikt; en
• Aan de achterkant als de blocfor™-steun de enige
apparatuur is.
aan de onderkant van de mast (fig. 5).
aan in de gaten (fig. 5).
(fig. 5).
bijbehorende riemschijf te leiden (fig. 5).
niet uit de riemschijf schiet en plaats de kabel boven
de PBM-riemschijf op de ankerkop (fig. 5).
niet uit de riemschijf schiet weer terug en vergrendel
de veiligheidspen (fig. 5).
davitrac-mast
kabel niet uit de riemschijf schiet en verwijder deze
(fig. 5).
GEVAAR: De kabel wordt automatisch terughaald
aan de pennen op de blocfor™-steun (fig. 5).
de steun en blocfor™-steun vast om schade aan de
apparatuur te voorkomen.
steun.
davitrac-steun
davitrac-steun (fig. 4.b).
overeenkomstige gaten op de plaat van de caRol™-
steun (fig. 4.b).
geleverd in de gaten (fig. 4.b).
vier borgmoeren stevig vast (fig. 4.b)
NL
55