De blocfor™-, scafor™- en caRol™ davitrac-steuns
worden geleverd met hun uitgeruste systeem. Het is
dan ook raadzaam om periodieke visuele inspecties
uit te voeren op de steunen en hun respectievelijke
systeem.
12.1. De kabel controleren
Draag altijd beschermende handschoenen en een
NL
veiligheidsbril bij het controleren van de kabel
In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het controleren
van een Tractel
®
caRol™ beschreven.
Alle kabels worden geleverd met een connector.
De bevestigingslus mag nooit een eenvoudige knoop of
sluiting met kabelklemmen of las zijn.
Plaats de kabel zodanig dat deze over de gehele
omtrek en lengte kan worden geïnspecteerd.
OPMERKING: De kabel alleen is geen
onderdeel van PBM, maar een assemblagedeel van
een systeem; hij moet compatibel zijn met het systeem
waarmee hij wordt gebruikt.
12.1.1. Samenstelling van de kabel
De kabel is gemaakt van gegalvaniseerd staal of
roestvrij staal.
Om gebruikt te worden, moeten de kabeluiteinden zijn
voorzien van een door Tractel
De terminal moet zijn:
• Vastgegespt en omhuld met een aluminium huls voor
gegalvaniseerde kabels; en
• Vastgegespt en omhuld met een koperen huls voor
roestvrijstalen kabels.
12.1.2. De algemene toestand van de kabel
controleren
• Rol de kabel over de gehele lengte af;
• Houd de kabel, terwijl u handschoenen draagt, tussen
uw duim en wijsvinger;
• Inspecteer de gehele lengte van de stalen kabel en
controleer meer specifiek of:
• Hij is afgekneld;
• Hij is gerafeld;
• Hij is roestig;
• Er strengen zijn gescheurd;
• De huls in slechte staat verkeerd,
• De kabelkous ontbreekt of is vervormd;
• De valindicator is geactiveerd op de kabels die
hiermee zijn uitgerust; en
60
-kabel voor blocfor™, scafor™ en
vervaardigde gesp.
®
• Een van de kabeluiteinden voldoet niet aan de
normen.
OPMERKING: Als een van de bovenstaande
situaties zich voordoet, moet de apparatuur uit bedrijf
worden genomen.
Neem bij twijfel, of als u deze checklist niet
begrijpt, contact op met Tractel
12.2. De blocfor™ R controleren
De blocfor™-valbeveiliger wordt geleverd met zijn
davitrac-steun en zijn kabel.
Plaats de blocfor™ R-valbeveiliger zodanig dat deze
aan beide zijden kan worden geïnspecteerd.
12.2.1. Controle van de markeringen
De valbeveiliger moet ten minste de volgende
markeringen hebben, conform norm EN 365:
• De naam van de fabrikant of leverancier;
• Het CE-label;
• Deze apparatuurreferentie;
• Het partij- of serienummer;
• Het CE-nummer;
• De
EN-apparatuurnorm
referentiejaar; en
• Het logo; lees de instructiehandleiding.
OPMERKING: Als er markeringen ontbreken,
moet de betreffende apparatuur uit bedrijf worden
genomen.
12.2.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren
Het valbeveiligingssysteem moet ten minste het
volgende bevatten:
• Zijn davitrac-steun;
• Een valbeveiliger;
• Een handslinger;
• Connectors; en
• De schokdemper, als er een is.
12.2.3. De algemene toestand van de valbeveiliger
controleren
Inspecteer beide zijden van de valbeveiliger en
controleer meer specifiek of:
• De behuizingen zijn vervormd;
• De volledige kabel onjuist is opgerold of juist is
uitgerold;
• Er ergens roest zit;
• Er pennen, schroeven of klinknagels ontbreken;
• De stalen kabel niet meer voldoet aan de eisen van
hoofdstuk 12.1; en
.
®
gevolgd
door
het