Onderhoudswerkzaamheden - De Dietrich D 230 Folleto De Información Sobre El Sistema

Ocultar thumbs Ver también para D 230:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
Controleer de verbindingen en hydraulische aansluitingen van de zonne-energiecollectoren op de installatie.
Controleer het ondersteuningssysteem van de zonne-energiecollectoren.
Controleer het hydraulische circuit op lekken.
Controleer dat de warmtedragende vloeistof bestaat uit een mengsel van water en een anti-vriesvloeistof.
Controleer de installatie van de beveiligingen: expansievat en veiligheidsklep.
Controleer de aansluiting en werking van het regelsysteem van de installatie.
Tijdens het vullen en de inbedrijfstelling moet het systeem volledig leeg
zijn. Aanbevolen wordt het systeem opnieuw te controleren tijdens de
eerste weken dat het in bedrijf is om de lucht te verwijderen.
In het geval van schade of verlies van het systeem, moet de lucht
bij het opnieuw vullen weer worden verwijderd. Het primaire circuit
mag NOOIT worden gevuld met leidingwater als de eigenschappen
ervan aanleiding kunnen geven tot afzettingen, bezinksel of etsin-
gen, of als dit circuit anti-vriesmiddel nodig heeft wegens het risico
van vorst of enig ander additief voor een juiste werking.
Opmerking: Activeer het aftapventiel enkel wanneer het systeem
koud is. Tijdens normaal bedrijf is de temperatuur van de warmte-
dragende vloeistof hoog, wat ernstige brandwonden kan veroor-
zaken.
Controleer regelmatig de waarde van de pH, die tussen 7,5 en 8,5
moet liggen. Als de vloeistof donker en troebel is en de pH-waarde
lager is dan 7,0, moet de warmtedragende vloeistof worden ver-
vangen.
Het aanwezige glycolpercentage in de warmtedragende vloeistof moet om
de twee jaar worden gecontroleerd. Dit is mogelijk aan de hand van een
refractometer.
Denk eraan dat de druk in koude toestand in de collectoren tussen 2 en
2,5 bar moet liggen. Aangezien de vuldrukmeter zich aan de onderkant
van de installatie bevindt, moet u de statische druk van de installatie
toevoegen bij het aflezen. De maximum druk van het systeem bedraagt
10 bar.
Vergeet na de inbedrijfstelling van de installatie niet alle
handmatige dan wel automatische aftapventielen te sluiten.
Wanneer de installatie schoon en leeg is en de druk juist is, moet u
het debiet van de installatie regelen. Stel hiervoor het debiet van
de pomp in op de laagst mogelijke snelheid (om het elektrische
verbruik te minimaliseren) en regel de stroom met behulp van een
debietmeter.

ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

De volgende lijsten bevatten de voornaamste onderhoudswerk-
zaamheden van een installatie.
1. Controle van de juiste uitvoering van de installatie
Kijk deze lijst na bij de eerste inbedrijfstelling.
2. Controle van de algemene staat van de installatie
De volgende controles omvatten alle nodige handelingen om de installatie
binnen de aanvaardbare werkings-, rendements-, beschermings- en duur-
zaamheidslimieten te houden. Deze handelingen moeten worden uitge-
voerd door bevoegd technisch personeel met ervaring op het gebied van
thermische zonnetechnologie en mechanische installaties in het algemeen.
Het onderhoudsboek van de installatie moet steeds up-to-date worden ge-
houden. Voor het onderhoud van installaties met een collectoroppervlakte
van meer dan 20 m² is minstens één inspectie om de zes maanden vereist.
Voor installaties met een oppervlakte van minder dan 20 m²² moet deze
inspectie minstens jaarlijks worden uitgevoerd.
37
37
NE

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

C250vC250h

Tabla de contenido