NL
EEN FLITSBELICHTINGSCORRECTIE INSTELLEN
Draai het instelwieltje
naast de status-LED
Als u weer ongecorrigeerde fl itsbelichtingen wilt hebben, moet u de
correctiewaarde op
0
Tip:
– Donker onderwerp vóór lichte achtergrond:
Positieve correctiewaarde
– Licht onderwerp vóór donkere achtergrond:
Negatieve correctiewaarde
88
zodanig dat de gewenste correctiewaarde
9
9d
staat.
zetten
Opmerking:
• Bovenstaande beschrijving geldt uitsluitend voor camera´s die
zelf niet zo´n instelling toestaan. Bij anderen moet een
fl itsbelichtingscorrectie aan de camera worden ingesteld. Lees
daartoe de handleiding van de camera.
In het laatste geval werken correctie-instellingen aan de
fl itsverlichting op het fl itsapparaat niet.
• Een fl itsbelichtingscorrectie door het veranderen van het
objectiefdiafragma is niet mogelijk, omdat de belichtingsauto-
maat van de camera het veranderde diafragma weer als
gangbaar werkdiafragma beschouwt.
• Bij het instellen van een correctiewaarde verandert de
actieradius conform het volgende patroon:
Positieve correctiewaarde = kleinere actieradius
Negatieve correctiewaarde = grotere actieradius
Zie daartoe ook de richtwaardentabel op.
VIDEOLICHT -
Steeds meer camera's zijn uitgerust met een video-opnamefunctie.
Daarom biedt dit fl itsapparaat als alternatief voor de fl itsfunctie
een geïntegreerd videolicht
.
2
• De status-LED
brandt als teken dat de lichtsterkte kan
9b
worden geregeld.
De lichtsterkte instellen
Draai het instelwieltje
zodanig dat het gewenste vermogensni-
9
veau naast de status-LED
9b
staat.
Met lithium-batterijen bedraagt de lichtduur bij maximale
helderheid (dat wil zeggen: bij instelling op
) circa 3,5 uur.
1