Installatie
Aansluitingen op openbare voorzieningen
Soort
Inlaat--
gas
druk
mbar
G25
25
G20
20
G20/G25
G20/G25
20/25
20/25
G30
30/50
G31
30/37/50
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
OPMERKING: Elektrische aansluitingen moeten
uitsluitend door een bevoegde in-
stallateur worden uitgevoerd
OPMERKING: De elektriciteitsaansluiting moet
voldoen aan nationale en plaatselij-
ke normen.
Een spanningsontlasting voor het netsnoer is ver-
eist. De installateur moet een netsnoerdraagbus
leveren die aan alle plaatselijke en nationale instal-
latienormen voldoet.
Voor gasmodellen:
OPMERKING: Gasmodellen hebben een fase ---
gevoelige regelinstallatie voor de
L3
L2
L1
N
Blodgett---
N
Aansluiting
L
Aansluiting
1 – Branderregelaar--- solenoïde
2 --- Luchtdrukregulateur
Branderdruk
mbar
12
8,0
Volledig ingeschroefde
Volledig ingeschroefde
drukregulateur
6
8
1
2
Figuur 10
Injector--
Lucht--
diameter
opening
mm
mm
1,40
N.v.t.
1,40
N.v.t.
1,40
1,40
N.v.t.
N.v.t.
1,1
N.v.t.
1,1
N.v.t.
brander. Als de draden voor fase en
neutraal worden verwisseld wordt
de regelaar afgesloten.
Sluit uitlaatventilator---aansluitingen 1 en 2 aan.
Zie afbeelding 10 Figuur 10.
Aansluitfase + neutraal + aarding.
Voor elektrische modellen:
Sluit de oven aan op een aparte 230 V, 50 Hz
stroomvoorziening met een starre aansluiting en
stroomverbreker. De stroomverbreker moet alle
polen inclusief neutraal uitschakelen, met een
contactafscheiding van minstens 3 mm.
Sluit L1 + L2 + L3 + neutraal + aarding aan.
Ventilator
34
Standaard -- toeleve-
rings--
waarde kW (H
)
S
11,7 Aardgas
11,7 Aardgas
11,7 Aardgas
11,7 Aardgas
11,7 Butaan
11,7 Propaan
2-4-92
A1
s
2
A2
Relais A
1