Veiligheidsvoorschriften
■
Gebruik het meetinstrument niet in een omgeving waar explo-
siegevaar bestaat, waar zich brandbare vloeistoffen of gassen
bevinden of ontbrandbaar stof. In het apparaat kunnen vonken
worden geproduceerd, die het stof of de dampen kunnen doen
ontbranden.
■
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis, mits ze onder
toezicht staan of over het veilige gebruik van het apparaat zijn
geïnstrueerd en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en ge-
bruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd,
tenzij ze onder supervisie staan.
■
Laat het ingeschakelde apparaat niet zonder toezicht en schakel
het apparaat na gebruik uit. Andere personen zouden door de
laserstraal verblind kunnen worden. Gevaar voor oogletsel.
■
Bescherm het apparaat tegen vocht en rechtstreeks zonlicht.
■
Stel het apparaat niet bloot aan extreme temperaturen of
temperatuurschommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet langere
tijd in de auto liggen. Laat het apparaat bij grotere temperatuur-
schommelingen eerst acclimatiseren voordat u het gaat gebrui-
ken. Extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kunnen
de nauwkeurigheid van het apparaat beïnvloeden.
■
Voorkom heftig schokken van het meetinstrument en laat het
niet vallen. Door beschadiging van het meetinstrument kan de
nauwkeurigheid worden beïnvloed. Vergelijk na een harde schok
of val de laserlijn ter controle met een bekende horizontale of
verticale referentielijn.
■
Schakel het meetinstrument uit voordat u het vervoert. Bij uit-
schakeling wordt de pendelunit vergrendeld, die anders bij sterke
bewegingen beschadigd kan raken.
PKLL 7 A1
NL │ BE
│
53
■