Inbedrijfstelling; Controle Van De Leds; Programmering Dipschakelaar; Zelflerende Procedure Tijden - Setup - Genius BRAIN 15 Instrucciones Para El Uso

Ocultar thumbs Ver también para BRAIN 15:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 36

6. INBEDRIJFSTELLING

6.1. Controle van de leds

In de onderstaande tabel wordt de status van de leds weer-
gegeven in relatie tot de status van de ingangen (de conditie
van het automatische systeem gesloten, in de ruststand, is
dikgedrukt).
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand
van de volgende tabel.
Tab. 1 - Werking van de leds voor de signalering van de
status
AAN
LED
(contact gesloten)
STOP
Commando niet actief
OPEN A Commando actief
OPEN B Commando actief
BUS
Zie par. 7.2

6.2. Programmering dipschakelaar

In de volgende tabel worden de instellingen van de dip-
schakelaars DS1 weergegeven voor de programmering van
het vermogen, van het type motor.
Tab. 2 - Programmering dipschakelaars (de default-instellin-
gen zijn dikgedrukt)
Dipschakelaars
LAGE KRACHT
GEMIDDELD-LAGE KRACHT
GEMIDDELD-GROTE KRACHT
GROTE KRACHT
COMPAS
MISTRAL 324 ENV
G-BAT 324 ENV / G-BAT 424 ENV
MISTRAL 324 / MISTRAL 324 LS
MISTRAL 424 / MISTRAL 424 LS
SIROCCO 2524 / SIROCCO 2524 LS
ELITE 324 / ELITE 424
G-BAT 324 / G-BAT 424
TRIGON 02-24
ROLLER 24
Niet gebruikt
UI
(contact open)
Commando actief
Commando niet actief
Commando niet actief
Beschrijving
Gids voor de installateur
Alvorens de setup uit te voeren, moet met de dip-
schakelaars (DS3-DS4) de aandrijving worden
geselecteerd die op het apparaat is aangesloten.

6.3. Zelflerende procedure tijden - setup

Alvorens enige manoeuvre uit te voeren moet een
SETUP-cyclus worden uitgevoerd.
Indien het type motor wordt veranderd met de dip-
schakelaars DS3 en DS4 nadat de SETUP is uitge-
voerd, dan wordt gevraagd een nieuwe SETUP uit te
voeren.
Als de voeding naar de kaart wordt ingeschakeld terwijl er
nog nooit een SETUP-cyclus is uitgevoerd, beginnen de leds
LD4 en LD5 langzaam te knipperen om aan te geven dat een
SETUP-cyclus moet worden uitgevoerd.
Er zijn twee soorten SETUP mogelijk: AUTOMATISCH en HAN-
DMATIG

6.3.1. AUTOMATISChE SET-UP

1.
Stel de aandrijvingen in op handmatige werking, en zet
ze ongeveer halverwege de gewenste opening.
2.
Vergrendel de aandrijvingen weer en controleer of ze
niet met de hand kunnen worden bewogen.
3.
Druk op de SET-UPtoets en houd hem ingedrukt tot de
leds LD 4 en LD 5 gaan branden.
4.
Laat de set-uptoets los, de vleugels beginnen een
voor een open te gaan tot de mechanische aanslag
is bereikt.
Als een of beide vleugels beginnen dicht te gaan,
moet de spanning naar de installatie worden ui-
tgeschakeld en moeten de voedingsdraden van
de aangesloten motor(en) worden omgedraaid.
Schakel de spanning naar de installatie weer in en
ga verder vanaf punt 1.
5.
Zodra de aanslag voor het openen is bereikt, beginnen
de vleugels een voor een dicht te gaan tot de poort
helemaal gesloten is.
Na een korte pauze beginnen de vleugels een voor een
6.
open te gaan tot de mechanische aanslag is bereikt.
7.
Als de poort helemaal open is, is de set-upfase voltooid;
als deze correct is uitgevoerd, doven de leds LD4 en
LD5. Als dat niet het geval is, beginnen de leds LD4 en
LD5 weer te knipperen en moet de set-upprocedure
worden herhaald.
Bij de procedure AUTOMATISCHE SET-UP zijn voor
de vertraging van de vleugel bij het sluiten en de
pauzetijd defaultwaarden ingesteld. Om deze te
wijzigen moet een programmering van het tweede
niveau worden uitgevoerd (zie paragraaf 6.3.4).

6.3.2. hANdMATIgE SET-UP

Stel de aandrijvingen in op handmatige werking en zet
1.
ze ongeveer halverwege de gewenste opening.
2.
Vergrendel de aandrijvingen weer en controleer of ze
niet met de hand kunnen worden bewogen.
3.
Druk de SET-UPtoets in en houd hem ingedrukt tot de
vleugels een voor een open beginnen te gaan tot de
mechanische aanslag is bereikt.
Als een of beide vleugels beginnen dicht te gaan,
moet de spanning naar de installatie worden uit-
geschakeld, en moeten de voedingsdraden van
de aangesloten motor(en) worden omgedraaid.
Schakel de spanning naar de installatie weer in en
ga verder vanaf punt 1.
4.
Zodra de aanslag voor het openen is bereikt, beginnen
de vleugels een voor een dicht te gaan tot de poort
helemaal gesloten is.
5.
Na een korte pauze begint vleugel 1 een openingsma-
BRAIN 15
Pagina 5

Publicidad

Capítulos

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido