MODULES
10. BLINDpLATEN 16-609 & 16-609-01
10.1. Beschrijving
De blindplaatmodule wordt gebruikt om reserveruimte te voorzien om eventueel later een andere module
bij te plaatsen. De blindplaatmodule wordt gebruikt in combinatie met de andere modules uit het gamma
Toegangscontrole Design. Er zijn twee types blindplaatjes. Type 1 (16-609) is een zwartgelakt blindplaatje
en type 2 (16-609-01) is een blindplaatje met aluminium front. Bij type 2 (16-609-01) kan de frontplaat
op aanvraag gepersonaliseerd worden d.m.v. het graveren van een huisnummer, naam, logo... (ref.
voor maatwerk: 16-609-99). Stuur hiervoor een volledig ingevuld maatwerkdocument (verkrijgbaar bij
Niko, de groothandel en de Niko-vertegenwoordigers) sturen naar Niko NV (adresgegevens achteraan
deze handleiding). Dankzij een oppervlaktebehandeling is de module weerbestendig.
10.2. Montage
Monteer eerst de modules die boven de blindplaatmodule moeten komen. Monteer de module in de
buitenpost met behulp van de 4 bijgeleverde schroeven (zie '2. Montage van de modules').
10.3. Technische gegevens
Afmetingen: ........................L 100 x H 16 x B 80mm
Gewicht: .............................138g
Plaatje: ...............................aluminium, gelakt (16-609); geanodiseerd aluminium (16-609-01)
11. VERLICHTINGSMODULE 16-619
11.1. Beschrijving
De verlichtingsmodule wordt meegeleverd bij de buitenposten. De verlichtingsbron bestaat uit
hoogvermogen-LED's met een zeer lange levensduur.
11.2. Montage
Sluit de verlichtingsmodule aan op de flatcable of op de 12V DC-voeding (niet meegeleverd) en
monteer de module bovenaan in de buitenpost met behulp van de 4 bijgeleverde schroeven (zie '2.
Montage van de modules').
11.3. Instelling lichtsterkte (indien aangesloten op flatcable)
Bijregeling van de lichtsterkte kan nodig zijn wanneer de verlichtingsmodule het beeld van de
ondergeplaatste cameramodule overbelicht.
Op de regelbare LED-module zijn 2 potentiometers voorzien om de sterkte van de LED's te regelen
in 2 toestanden:
- actief (bij oproep en tijdens communicatie): potentiometer 1 (zie fig.7)
- non-actief (stand-by): potentiometer 2 (zie fig.7)
12
NL