moment van bouten varieert afhankelijk
van de hieronder beschreven factoren.
1) Bout
• Boltdiameter: Het aanhaalmoment neemt
meestal toe wanneer de boutdiameter
groter is.
• Aanhaalmoment-coëfficiënt (aangegeven
door de fabrikant van de bout), klasse,
lengte enz.
) Overige
• Toestand van de bit en bus: Materiaal,
hoeveelheid speling enz.
• Gebruik van een universele koppeling
of busadapter
• Gebruiker: Manier waarop het gereed-
schap tegen de bout wordt gehouden,
kracht waarmee het gereedschap wordt
vastgehouden, manier waarop de
startschakelaar van het gereedschap
wordt bediend
• Toestand van het voorwerp dat wordt
vastgedraaid: Materiaal, afwerking van
het aanligoppervlak
Inschakelen van de configuratiefunctie van
het gereedschap
1. Schakel het bedieningspaneel uit.
• Als het bedieningspaneel is ingeschake-
ld, verwijdert u de accu en brengt deze
dan weer aan.
2. Bedien de schakelaar terwijl u de
indrukt en laat dan de
schakelaar tegelijk los.
• Nadat alle LED-lampjes zijn gedoofd,
begint het bedieningspaneel te knip-
peren en wordt de configuratiefunctie
ingeschakeld.
Kiezen van de instelling voor de aanhaalmo-
mentkoppeling
toets
toets en de
- 6 -
OPMERKING:
• Bij het verlaten van de fabriek staat
het gereedschap in de "F" modus (de
aanhaalmomentregelfunctie is uitge-
schakeld).
• Het bedieningspaneel wordt uitgeschake-
ld wanneer het gereedschap langer dan
5 minuten niet wordt bediend.
(1)
()