Hoofdstuk 8 Standaardinstellingen
Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document
beschreven taken uitvoeren.
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle laboratorium technische
veiligheidsvoorschriften op en draag alle persoonlijke beschermingsuitrustingen die
geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige
veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Risico op persoonlijk letsel. Gebruik het instrument nooit zonder de spuitkap op zijn plaats.
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Verwijder nooit de roerstaaf uit de beker voor de afloop
van een titratie.
8.1 Kalibratie
8.1.1 De sensor kalibreren
1. Vanuit het startscherm, kies Calibration (Kalibratie), en druk vervolgens op Electrode
calibration (Elektrode kalibratie).
2. Als er meer dan één sensor is geïnstalleerd, drukt dan op de pijltoetsen omhoog en omlaag om
de te gebruiken sensor te markeren, druk vervolgens op Select (Kiezen).
3. Als er meer dan één toepassing kalibratieparameters voor de sensor bevat, drukt dan op de
pijltoetsen omhoog en omlaag om de te gebruiken toepassing te markeren, druk vervolgens op
Select (Kiezen). De kalibratie-informatie wordt op het display weergegeven.
4. Selecteer indien nodig een icoon voor meer informatie of om enkele gegevens te wijzigen.
Optie
Electrode (Elektrode)
Operator (Bediener)
Buffer or Standard (Buffer of
Standaard)
5. Volg de instructies op die op het scherm verschijnen, druk vervolgens op Start om te beginnen
met de kalibratie. De betreffende kalibratiegegevens worden op het display weergegeven.
6. Als de standaard roersnelheid moet worden aangepast, druk dan op de omhoog en omlaag
pijltoetsen om de snelheid te verhogen of te verlagen.
Opmerking: Deze aanpassing geldt alleen voor de huidige bewerking. De standaard roersnelheid voor de
kalibratie is niet gewijzigd.
7. Kies Stop (Stoppen) op elk moment om de kalibratie te stoppen. De resultaten worden berekend
uit de beschikbare kalibratiegegevens die voorafgaan op de selectie van Stop (Stoppen).
206 Nederlands
V O O R Z I C H T I G
V O O R Z I C H T I G
V O O R Z I C H T I G
V O O R Z I C H T I G
Beschrijving
Toont meer informatie over de sensor.
Verandert de operator-ID. U kunt kiezen uit een lijst van
bevoegde bedieners.
Toont meer informatie over de bufferset of standaard.