Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
zijn voor de wielen. Deze pootuiteinden moeten aan de bredere (horizontale) lat van het
hoofdeinde liggen. Sluit het hoofdeinde aan op de poten met vier bouten (1) (afb. A). Herhaal
deze stap met de andere poten en het andere hoofdeinde.
2.
Plaats een willekeurige rand (9) van het bedje loodrecht op een van de structuren samengesteld
in stap 1. Zorg ervoor dat de vijf gaten in het vlak van de bedzijde (9) naar binnen zijn gericht.
Zorg er bovendien voor dat de bredere, horizontale lat van de bedzijde (9) onderaan ligt. Schroef
de bedzijde aan de constructie vast met twee bouten (1) (afb. B). Gebruik vervolgens drie
bouten (1) om de bedzijde (9) met de tweede hoofdeinde te verbinden.
3.
Plaats de bodem (11) in de constructie die ontstaan is. Merk op dat de montagegaten in de
bodem aan de onderkant ervan moeten zitten. Schroef de bodem van het bedje met vier bouten
(2) op de eerder gevormde constructie (afb. C). Let op! Merk op dat alle vier bouten (2) in de
poten (7) moeten worden geschroefd (7). Let op! De bodem van het bedje kan worden
gemonteerd op een van de drie geselecteerde niveaus (zie punt 7). Let op! De bodem van het
bijzetbedje moet plat zijn - is niet kantelbaar.
4.
Lage bedzijde (16) schroef de hele constructie met vier bouten (1) op het bedje (afb. E). Vergeet
niet dat de lat van de lage bedzijde naar buiten gericht moet zijn en de bovenrand van de lage
bedzijde moet vormen. Let op! De lage rand van het bijzetbedje kan op een van de drie
geselecteerde niveaus worden gemonteerd (zie punt 7).
5.
Montage van de wielen: gebruik de schroefsleutel (4) om de wielen (6) vast aan de constructie
(afb. F) te draaien. Draai de wielen (6) vast aan de constructie (fig. F) met behulp van een platte
sleutel (4). De wielen hebben een vergrendelmechanisme dat moet worden ingeschakeld
wanneer het bedje in de gewenste plaats wordt neergezet. De vergrendeling wordt
ingeschakeld door de hendel naar beneden te schuiven (afb. I).
6.
Zorg ervoor dat alle verbindingen goed zijn aangedraaid. Schuif de matras naar binnen.
Het kinderbedje dat klaar is voor aansluiting op het bed van de ouders is te zien in de afbeelding
S.
7.
De lage wand van het bedje kan in hoogte worden versteld, waardoor het aan de hoogte van
het bed van de ouders kan worden aangepast. De hoogte van de lage bedzijde moet zo worden
aangepast dat de bovenrand ervan ten minste twee centimeter onder het bovenste oppervlak
van de matras van het bed van de ouder ligt (afb. K). Om de positie van de lage wand te wijzigen,
kiest u een van de drie sets gaten die zich op de poten (7) bevinden (afb. P) en schroeft u
vervolgens de lage bedzijde naar beneden met de bouten (1) zoals beschreven in punt 4 van de
handleiding. Let op! De bodem van het bedje kan ook in de hoogte worden versteld, maar in
het geval van het bijzetbedje is de positie van de bodem nauw verbonden met de lage bedzijde.
De onderste rand van de lage bedzijde en de bovenste rand van de bodem van het bedje
moeten met elkaar in aanraking staan (afb. J). Er mag geen ruimte zijn tussen de elementen en
ze mogen elkaar niet overlappen. De relatie tussen de verschillende inrichtingen wordt in de
onderstaande tabel weergegeven:
Positie van de
lage zijde
Hoogte van de
vloer tot aan de
bovenzijde
van
de lage bedzijde
Hoogte van de
Stand van de
vloer tot aan de
bodem
onderrand van
de
lage
bedzijde
79
Hoogte
van
de matras van
het bed van
de ouders
Publicidad
Tabla de contenido
