Aanwijzing:
Het aantal tanden is in alle wisselwielen ingeslagen.
Als bijvoorbeeld een schroefdraad met een spoed van 1,0 mm
moet worden gesneden, staan in de tabel in de wielkast de
volgende gegevens:
mm
W
0.5
15
0.625
15
0.7
15
0.75
15
0.8
15
1.0
15
1.25
15
1.5
15
W 15 - tandwiel op de hoofdspil met 15 tanden. Dit wiel is al
op de as gemonteerd en hoeft niet te worden gewisseld.
Z
15 - Z
20 - tussenwiel voor de tandriem van de hoofdspil
1
2
met 15 tanden met tandwiel met 20 tanden dat een vaste ver-
binding vormt met de geleidestang.
L20 - tandwiel van de geleidestang met 20 tanden.
3. Bevestig het wisselwiel "Z
met behulp van de bout 2, ring, tussenbus en moer op de
wielarm 3.
Aanwijzing:
Draai de moer van de bevestigingsbout 2 nog niet vast (het
moet nog mogelijk zijn om deze zijdelings te verschuiven).
Het wisselwiel "Z
-Z
" loopt vrij tussen de ring en de bus.
1
2
De ring voorkomt, dat de tandriem van het tandwiel "Z
springt.
4. Draai het tapeind 1 los, trek het wisselwiel "L40" eraf en
vervang deze door wisselwiel "L20".
Aanwijzing:
De nerf van de geleidestang "L" moet altijd naar de
klauwplaat wijzen.
Het tapeind 1 moet op het afgevlakte deel van de as worden
vastgeklemd.
- 62 -
Z
Z
L
1
2
15
20
40
15
25
40
15
28
40
15
30
40
15
32
40
15
20
20
15
25
20
15
30
20
-Z
" met 15/20 tanden (Fig. 19)
1
2
1
Om ervoor te zorgen dat er voldoende speling is tussen de
wisselwielen, dient u bij het ineenschuiven van de wisselwie-
len altijd een strook krantenpapier tussen de vertanding te
steken. De dikte van het papier komt ongeveer overeen met
de beslist noodzakelijke tandspeling.
5. Verschuif de as van het wisselwiel "Z
dat deze in het wiel van de geleidestang "L" grijpt en haal
vervolgens de moer van de bevestigingsbout 2 aan.
6. Leg de korte tandriem erop, om de verbinding tussen de
tandwielen op de hoofdspil "W" en "Z
brengen.
7. Druk de wielarm 3 naar beneden en haal de klembout 4
aan.
Schroefdraadsnijden met de draaibeitel
Voor de volgende werkzaamheden moet het werkstuk afge-
werkt zijn en van de juiste uitwendige schroefdraaddiameter
voorzien zijn. Wij raden u aan, om aan het begin van de
schroefdraad een afkanting te draaien. De schroefdraaibeitel
moet exact in een hoek van 90° worden ingespannen.
1. Span het werkstuk in.
2. Schakel de automatische voeding uit en zet de draaibeitel
in de beginpositie.
Gebruik bij het schroefdraadsnijden het kleinste toerental en
ga uiterst behoedzaam te werk.
3. De machine met knop 2 (fig. 20) inschakelen
(rechtsdraaiend).
4. Zet de draaibeitel tegen de dwarsslede 1 aan en schakel
de voeding 3 in.
5. Schakel de machine uit 2 zodra de gewenste schroef-
draadlengte is bereikt.
"
De automatische voeding moet ingeschakeld blijven tot de
schroefdraad gereed is. Als u de voeding tussen de verschil-
lende werkfasen uitschakelt, is verder werken onmogelijk.
Zet de motorschakelaar pas om nadat de klauwplaat geheel
tot stilstand is gekomen. Direct omzetten van de motorscha-
kelaar leidt tot verhoogde slijtage en verkort de levensduur
van de motor.
Let op!
-Z
" op de arm zo,
1
2
" tot stand te
1
Aanwijzing:
Let op!
Let op!