3.5.2 Reeks 2 - Systeeminstellingen
NB: Om ervoor te zorgen dat het hittepompsysteem juist werkt, dient parameter 8:Su juist te zijn ingesteld.
Zie de opmerking in paragraaf 3.3 De kamerthermostaat gebruiken voor specifieke toepassingen.
Parameter
Parameters reeks 2: fabrieksinstellingen (druk op
Overschakeling verwar-
ming/koeling
Gebruik
kamertemperatuursensor
Maximum vertrektempe-
ratuur (alleen uitbrei-
dingssystemen)
Minimum vertrektempe-
ratuur (alleen uitbrei-
dingssystemen)
Looptijd motor (alleen
uitbreidingssystemen)
Nadraaitijd pomp (alleen
uitbreidingssystemen)
Opmerking
Denk eraan altijd de groene
opslaan. Druk op de
Parameternr.
Fabrieksinstelling
om toegang te krijgen tot deze categorie)
Weergave Omschrijving
4:HC
0
8:Su
0
11:uF
55
12:LF
15
13:Ar
150
14:Pr
15
toets in te drukken om te bevestigen dat u de nieuwe instellingen wilt
toets of
toets om het installatiemenu te verlaten.
Installatierichtlijnen
Optionele instellingen
Weergave Omschrijving
Uitgescha-
1
Ingeschakeld
keld
HC60-
1
1: HR80/HM80-aansturing
aansturing
met eigen sensor/
sensor op afstand (geen
temperatuurweergave)
Maximum
0 tot 99
Aanpassing van 0°C tot 99°C in
vertrektem-
stappen van 1°C
peratuur
55°C
Minimum ver-
0 tot 50
Aanpassing van 0°C tot 50°C in
trektempera-
stappen van 1°C
tuur 15°C
150 secon-
0 tot
Aanpassing van 0 tot 240 sec.
den
240
in stappen van 1 sec.
15 minuten
0 tot 99
Aanpassing van 0 tot 99 min. in
stappen van 1 min.
87
NIET WIJZIGEN