Inbedrijfstelling; Volgorde Van De Ingebruikname - Oase Bitron Eco 120W Instrucciones De Uso

- NL -
Systeemmeldingen
De systeemmeldingen worden op het display getoond. Bij meerdere gelijktijdige systeemmeldingen wordt altijd de oud-
ste melding getoond.
• De systeemmeldingen bestaan uit 4 posities. Ze worden achtereenvolgens door telkens twee cijfers op het scherm
getoond.
• Zodra de oorzaak is verholpen, verdwijnt de systeemmelding vanzelf.
Systeemmelding
Er11
Apparaat is uitge-
Er66
schakeld
Apparaat is uitge-
Er67
schakeld
ErL1
Bitron Eco 180W
ErL2
Bitron Eco 240W
Temperatuurwaarde
88
knippert
Lo

Inbedrijfstelling

O P M E R K I N G
Als achter de uitgang de waterstroom plotseling wordt geblokkeerd (bijv. met een schuifafsluiter), kan een kort-
stondige drukverhoging van meer dan 1 bar optreden (waterslag). Mogelijke gevolgen: Het apparaat kan be-
schadigd raken.
• Uitschakelen: Schakel eerst de pomp uit en sluit vervolgens de schuifafsluiter. Bij bedrijf in een filtersysteem
eerst het filtersysteem buiten werking stellen.
• Inschakelen: Eerst de schuifafsluiter openen en dan de pomp inschakelen. Bij bedrijf in een filtersysteem
het filtersysteem als laatste in bedrijf nemen.
• De schuifafsluiter voor de ingang aanbrengen.
O P M E R K I N G
Nieuwe filters hebben circa 3 tot 4 weken nodig, voordat in het apparaat een biologisch evenwicht is opge-
bouwd. Gedurende deze periode, of bij een watertemperatuur < 10 °C, kan het filter overlopen. Reiniging van
het filter is in dit geval niet nodig.
• Laat bij gebruik van filterstarters, geneesmiddelen of vijveronderhoudsmiddelen het UVC-voorzuiveringsap-
paraat ten minste 36 uur uitgeschakeld, zodat de werking van de middelen niet wordt verstoord.

Volgorde van de ingebruikname

O P M E R K I N G
Af fabriek is het apparaat uitgeschakeld. In de display wordt OFF weergegeven.
• Begin bij het aanleggen van een nieuwe vijver op zijn vroegst na 36 uur met de verlichting, zodat zich zo
snel mogelijk een stabiele vijverbiologie kan ontwikkelen.
• Pomp aanzetten.
• Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
• Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
– Het apparaat schakelt in de laatst gekozen bedrijfsmodus.
– Eventueel het apparaat inschakelen. (→ Inschakelen/uitschakelen)
54
Oorzaak
− Kop van het apparaat verwijderd
− Kop van het apparaat zit niet goed in de
behuizing
Apparaat oververhit
De temperatuur van het apparaat is vijf keer
achter elkaar overschreden
UVC-lamp "L1a" en/of "L1b" defect
UVC-lamp "L2a" defect
UVC-lamp "L2a" en/of "L2b" defect
Watertemperatuur < 4 °C
Omgevingstemperatuur < -9 °C
Oplossing
Kop van het apparaat in de behuizing plaatsen, met vergrende-
lingshaak sluiten en met schroef borgen
− Apparaat tegen direct zonlicht beschermen
− Continu water door de behuizing laten stromen
− Na het afkoelen gaat het apparaat vanzelf weer aan en acti-
veert de laatst geselecteerde bedrijfsmodus
− Oorzaak van de oververhitting verhelpen (bijv. direct zon-
licht, geen doorstroming van water)
− Toets zes seconden ingedrukt houden
− Defecte UVC-lamp vervangen (→ Reiniging en onderhoud)
− ErL1 gaat niet uit: Hierover contact opnemen met de OASE-
service
− Defecte UVC-lamp vervangen (→ Reiniging en onderhoud)
− ErL2 gaat niet uit: Hierover contact opnemen met de OASE-
service
− Defecte UVC-lamp vervangen (→ Reiniging en onderhoud)
− ErL2 gaat niet uit: Hierover contact opnemen met de OASE-
service
Zorgen voor watertemperaturen van minstens 4 °C of apparaat
buiten bedrijf stellen (→ Opslag/overwinteren)
Weergave temperatuur buiten bedrijf, bedrijf niet zinvol