Beoogd gebruik
SwimSkim 25, verder "apparaat" genoemd, mag alleen als volgt worden gebruikt:
• Voor het schoonmaken van oppervlaktes van tuinvijvers.
• Voor de beluchting en zuurstofvoorziening van tuinvijvers.
• Gebruik onder naleving van de technische gegevens.
De volgende inperkingen gelden voor het apparaat:
• Transporteer nimmer andere vloeistoffen dan water.
• Niet gebruiken voor commerciële of industriële doeleinden.
• Niet gebruiken in combinatie met chemicaliën, levensmiddelen, licht brandbare of explosieve stoffen.
Montage
Zo gaat u te werk:
A, B
Druk de beide drijvers (1) in de daarvoor voorziene sleuven van het reservoir (2), tot ze hoorbaar vastklikken. Breng de
luchtverdeler (4) in de juiste, in afbeelding B weergegeven stand.
Plaats het apparaat in de vijver. Dompel het apparaat onder water, tot pompkamer (3) en reservoir (2) helemaal volge-
lopen zijn. Let erop dat de klep (5) van de skimmer zich in juiste positie bevindt.
Veranker het apparaat eventueel, om de bewegingsmogelijkheden te beperken. Breng daartoe een koord aan, waarbij
u één uiteinde aan het oog van de pompkamer (3) bevestigt en het andere aan de rand van de vijver of op de vijverbo-
dem vastmaakt.
In- en uitschakelen
C
W A A R S C H U W I N G
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning!
• Voordat u in het water grijpt, moet u eerst de netspanning van alle apparaten die zich in het water bevinden
uitschakelen.
• De netspanning uitschakelen voordat er aan het apparaat mag worden gewerkt.
Inschakelen: Netspanning inschakelen. Het apparaat schakelt zichzelf onmiddellijk in, als de elektrische aansluiting
tot stand is gebracht.
Uitschakelen:Netspanning uitschakelen.
Reiniging en onderhoud
W A A R S C H U W I N G
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning!
• Voordat u in het water grijpt, moet u eerst de netspanning van alle apparaten die zich in het water bevinden
uitschakelen.
• De netspanning uitschakelen voordat er aan het apparaat mag worden gewerkt.
Zo gaat u te werk:
D - I
Regelmatige reiniging (D, E): neem de filterkorf (6) en het filterschuim (7) uit het apparaat, spoel het met schoon water
uit en plaats het weer in het apparaat.
Complete reiniging (F - H): neem het apparaat uit het water. Trek onder de pompkamer (3) de luchtverdeler (4) eraf.
Druk de pallen op de drie zijden van de pompkamer (3) in en neem het reservoir (2) af. Let erop dat de luchtslang (9)
niet van de injector (10) af schuift. Neem de pomp (10) uit en draai de wartelmoer (8) van de injector los. Reinig alle
delen met schoon water en een borstel.
Reinigen van de pomp (I): open de bajonetsluiting van het pompdeksel (11) en neem de rotor (12) uit. Reinig alle delen
met schoon water en een borstel.
In elkaar zetten: zet na het reinigen pomp en apparaat in omgekeerde volgorde weer in elkaar.
Belangrijk: leg de stroomkabel zo aan dat hij niet bekneld kan raken. Leg de luchtslang (G, 9) zo aan dat hij niet kan
knikken. Bij het in elkaar zetten van pompkamer (3) en reservoir (2) moeten de pallen hoorbaar vastklikken. Breng de
luchtverdeler (4) in de juiste, in afbeelding B weergegeven stand.
- NL -
17