8. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
zwak
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3» Geen juiste
Er kan geen juiste druk worden opge-
drukopbouw
bouwd in de manchet. Er kan een lek in
in de
het manchet zijn. Controleer of de
manchet
manchet en blaasbalg goed zijn aange-
sloten zorg dat de manchet niet te los
om de arm zit. Vervang de batterijen
indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar
resultaat
en daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«HI»
Hartslag of
De druk in de manchet is te hoog
manchetdruk
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
te hoog
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO»
Polsslag te
De hartslagfrequentie is te laag (minder
laag
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
46
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
• Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals
in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door
onjuist gebruik.
• Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedienings-
voorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische
specificaties»!
• Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
• De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
• Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors
dan geleverd bij het apparaat.
• Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
• Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromag-
netische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg
voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort apparaten,
wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
• Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd
is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert.
• Open het apparaat nooit.
• Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
• Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
• De gemeten temperatuur met dit apparaat is geen diagnose. Het
vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symp-
tomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresul-
taat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals
de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen
met uw arts.