Functies van het apparaat
Ioniseringsfunctie
Druk, terwijl het apparaat in werking is, kort op de toets Ioniseringsfunctie
de ioniseringsfunctie in te schakelen. De toets Ioniseringsfunctie
Druk opnieuw kort op de toets Ioniseringsfunctie
weer uit te schakelen. De toets Ioniseringsfunctie
Ventilatiefunctie
De ventilatiefunctie van het apparaat biedt de volgende instelmogelijkheden:
Sleep
►
Minimale ventilatorsnelheid voor een vrijwel geruisloze werking en een
minimale luchtstroom. De verlichting van het ringlicht
uitgeschakeld.
►
Low
Lage ventilatorsnelheid voor geringe luchtstroom
►
High
Hoge ventilatorsnelheid voor sterke luchtstroom
►
Auto
Automatische aanpassing van de ventilatorsnelheid en daarmee van de
luchtstroom aan de actuele luchtkwaliteit (zie onderstaande tabel):
Luchtkwaliteit
goed
middelmatig
slecht
Druk, terwijl het apparaat in werking is, zo nodig meermaals kort op de toets
Ventilatiefunctie
selecteren. De geselecteerde instelling wordt op het bedieningspaneel
weergegeven en de toets Ventilatiefunctie
OPMERKING
►
De standaardinstelling van de ventilatiefunctie is Auto.
►
In de instelling Sleep kan de ioniseringsfunctie niet worden geactiveerd.
■
68
│
NL │ BE
Ventilatiesnelheid
minimaal
laag
hoog
r
om de gewenste instelling (Sleep, Low, High, Auto) te
e
e
om de ioniseringsfunctie
e
dooft.
w
is bij deze instelling
Kleur ringlicht
blauw
geel
rood
r
brandt.
e
om
brandt.
1
SLR 30 A1