Besturing / software
7.10.9
Alarmrelais
Hier kan de werking van de alarmuitgang en het gedrag van de pomp bij alarm worden
bepaald. Via het alarmrelais kan worden weergegeven als de pomp stopt, dus ongewild
via de displayknop wordt uitgeschakeld. Met deze functie kan een op afstand staande
controle-eenheid, de bedrijfsbeschikbaarheid van de pomp worden weergegeven.
Afb. 59: Configuratie: Alarmrelais
Fabrieksinstelling: Gedeactiveerd bij alarm
[Alarmrelais] instellen:
1.
[Hoofdmenu] op te roepen:
2.
[Configuratie] selecteren:
3.
Met behulp van de scrollbalk op de rechterzijde van het scherm tot aan de
[Alarmrelais] scrollen.
4.
[Alarmrelais] selecteren.
ð Beeldschermwissel naar de instelling: [Alarmrelais]
5.
Indien gewenst het keuzeveld „gedeactiveerd bij alarm" selecteren.
(bij alarm is de alarmuitgang "open")
ð Het keuzeveld „gedeactiveerd bij alarm" wordt gemarkeerd ü.
6.
[ Toets Verder]
ð Scherm wisselt naar de opvraging „pompstop weergeven" .
7.
Indien gewenst het keuzeveld „Pompstop weergeven" selecteren.
ð Het keuzeveld „gedeactiveerd bij alarm" wordt gemarkeerd ü.
8.
Toets
ð De instelling wordt opgeslagen en het scherm schakelt naar het configuratie-
overzicht terug.
9.
Drukken op de toets
10. Drukken op de toets
417102276 Rev. 3-01.2019
De externe alarmingang, wordt zoals onder
op pagina 50 weergegeven, op klem 1, klem 2 en klem 3 aangesloten.
Hierbij moet het volgende in acht worden genomen:
n
Spanningsvrij contact (relais)
n
max. externe spanning: 230 V, AC/DC, max. 3 A.
n
Reservemelding: Contact gesloten / geopend ca. 500 ms
Ä Hoofdstuk 7.7 „Hoofdmenu" op pagina 68
Ä Hoofdstuk 7.10 „Overzicht - configuratie" op pagina 88
Indrukken.
indrukken.
zorgt voor het terugkeren naar het [Hoofdmenu].
zorgt voor het terugkeren naar de [modusweergave].
Ä Hoofdstuk 6.4 „Elektrische installatie"
102