4. Waarneming (elektrische verlichting)
Voor de observatie met de elektrische verlichting (6) heb je 2 AA-bat-
terijen met 1,5 V nodig, die in het batterijvak (8) in de microscoopvoet
(7) worden geplaatst. Het batterijvak kan met behulp van een kruiskop-
schroevendraaier worden geopend. Let bij het plaatsen van de batterijen
op de juiste polariteit (+/- tekens). Het deksel van het batterijvak moet
nu eerst rechts in de kleine opening worden gestoken, zodat het deksel
exact past. Daarna kun je de schroef vastdraaien. De verlichting wordt
ingeschakeld door de schakelaar op de microscoopvoet te bedienen. Nu
kun je op dezelfde manier zoals beschreven onder punt 3 (normale obser-
vatie) door de microscoop kijken.
TIP: Hoe sterker de ingestelde vergroting, des te meer licht is er voor
een goede verlichting van het beeld nodig. Begin je experimenten daarom
altijd met een kleine vergroting.
5. Te observeren object – Eigenschappen en voorbereiding
5.1. Eigenschappen van het te observeren object
Met dit apparaat, een doorlichtmicroscoop, kunnen doorzichtige objecten
worden waargenomen. Het beeld van het betreffende te observeren object
wordt via het licht "getransporteerd". Daarom is de juiste verlichting beslis-
send of je iets kunt zien of niet!
Bij doorzichtige (transparante) objecten (bijv. eencelligen) schijnt het licht
van onderen door de opening in de microscooptafel en vervolgens door het
34
te observeren object. De weg van het licht loopt verder door objectief en
oculair waar opnieuw een vergroting plaatsvindt, en komt uiteindelijk aan
bij het oog. Dit wordt wel doorlichtmicroscopie genoemd. Veel kleine orga-
nismen in het water, delen van planten en zeer kleine dierlijke bestanddelen
zijn van nature transparant, andere deeltjes moeten eerst nog correct wor-
den geprepareerd. Dat kan door ze door middel van een voorbehandeling of
penetratie met geschikte stoffen (media) doorzichtig te maken of door ze in
zeer dunne plakjes te snijden (met de hand of met de microcut) en deze dan
te onderzoeken. In de volgende paragraaf leer je deze methoden kennen.
5.2. Het maken van dunne schijfjes preparaat
Zoals hierboven aangegeven, moeten van een object zo dun mogelijke
schijfjes worden geprepareerd. Voor de beste resultaten heb je een beetje
was of paraffine nodig. Gebruik bijvoorbeeld een kaars. Leg de was in een
pan en verwarm de pan boven de kaars.
GEVAAR!
Ga zeer voorzichtig om met hete was, er bestaat
verbrandingsgevaar!
Het object kan nu meerdere keren in de vloeibare was worden gedompeld.
Laat de was op het object hard worden. Met een MicroCut of mes/scalpel
kunnen nu zeer dunne plakjes van het met was omhulde object worden
afgesneden.
GEVAAR!
Ga zeer voorzichtig om met messen/scalpels of met de
MicroCut! Dankzij de scherpe oppervlakken bestaat een
verhoogd risico op letsel!