Blauw/wit
De penpositie van de ISO-connector is
afhankelijk van het wagentype. Verbind
en
wanneer pen 5 een
antennestuurtype is. In een ander
wagentype mag u
en
nooit
verbinden.
Blauw/wit
Verbinden met de
systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
Blauw/wit
Verbinden met het relaiscontact voor
de automatische antenne (max. 300 mA
12 V gelijkstroom).
Luidsprekerdraden
Wit: links voor
Wit/zwart: links voor
Grijs: rechts voor
Grijs/zwart: rechts voor
Groen: links achter
of subwoofer
Groen/zwart: links achter
of
subwoofer
Violet: rechts achter
of subwoofer
Violet/zwart: rechts achter
of
subwoofer
Oranje/wit (alleen voor DEH-X5700BT)
Verbinden met het verlichtingsignaal
van een wagen
ISO-connector
In sommige wagens is de ISO-
connector in twee gesplitst. In dit geval
dient u verbinding te maken met beide
connectoren.
OPMERKINGEN
• Wijzig het beginmenu van dit toestel. Zie
[SP-P/O MODE]. De subwooferuitgang
van dit toestel is mono.
• Wanneer u een subwoofer van 70 W (2 Ω)
gebruikt, dient u de subwoofer te
verbinden met de violette en violet/
zwarte draden van dit toestel. Sluit niets
aan op de groene en groen/zwarte
draden.
Eindversterker (afzonderlijk
verkocht)
Voer deze verbindingen uit wanneer u de
optionele versterker gebruikt.
Systeemafstandsbediening
Verbinden met blauw-witte kabel.
Versterker (apart verkrijgbaar)
Aansluiten op RCA-kabel (apart
verkrijgbaar)
Naar output achter
Luidsprekers achterin
Naar vooruitgang
Luidsprekers voorin
Naar subwoofer-uitgang
Subwoofer
Installatie
Belangrijk
• Controleer alle verbindingen en
systemen voor de definitieve installatie.
• Gebruik geen ongeoorloofde
onderdelen, want dit kan tot storingen
leiden.
• Raadpleeg uw verdeler als u voor de
installatie gaten moet boren of andere
wijzigingen aan de wagen moet
aanbrengen.
• Installeer het toestel niet op de volgende
plaatsen:
– waar het de goede werking van de
wagen kan storen.
– waar passagiers gekwetst kunnen
geraken bij bruusk afremmen.
• De halfgeleiderlaser raakt beschadigd als
hij te warm wordt. Installeer dit toestel op
een veilige afstand van hete plaatsen,
zoals de uitgang van de verwarming.
• Optimale prestaties zijn
verzekerd wanneer het
toestel in een hoek van
minder dan 60° wordt
geïnstalleerd.
• Tijdens de installatie dient u voor een
goede warmteafvoer bij het gebruik van
het toestel te zorgen. Voorzie daartoe
voldoende vrije ruimte achter het
achterpaneel en wikkel alle losse kabels
op, zodat ze de ventilatieopeningen niet
blokkeren.
Voorzie
voldoende
5 cm
ruimte
5 cm
DIN-voor- of -achterchassis
Dit toestel kan degelijk worden
geïnstalleerd in een voorchassis of
achterchassis.
Gebruik in de handel verkrijgbare
onderdelen voor de installatie.
DIN-voorchassis
1
Steek de installatiekoker in het
dashboard.
Voor installatie in ondiepe ruimtes
gebruikt u de meegeleverde
installatiekoker. Als er voldoende ruimte
is, gebruikt u de installatiekoker die bij
de wagen werd geleverd.
2
Zet de installatiekoker vast door de
metalen lippen 90° te plooien met een
schroevendraaier.
Dashboard
Installatiekoker
• Controleer of het toestel degelijk
geïnstalleerd is. Een onstabiele
installatie kan leiden tot verspringen
of andere storingen.
DIN-achterchassis
1
Bepaal de positie waar de gaten in de
beugel en de zijkant van het toestel
overeenkomen.
2
Draai aan elke kant twee schroeven
vast.
Tappende schroef (5 mm × 8 mm)
Montagebeugel
Dashboard of console
3
Nl