nEDErlanDs
84
3
Zorg ervoor dat de stofbak leeg is en dat het filter goed is geplaatst.
4
Plaats de robot op de vloer in een deel van de kamer waar er voldoende ruimte rond de
robot vrij is.
Opmerking: De robot is bedoeld voor het schoonmaken van harde vloeren. Blijf dichtbij wanneer de robot
nabij tapijten of vloerkleden schoonmaakt om te zien hoe het gaat.
schoonmaken
1
Druk op de aan/uitknop om de robot in te schakelen (fig. 17).
Let op: Zorg er altijd voor dat het filter in de stofbak is geplaatst. Als u de robot gebruikt zonder
het filter in de stofbak, raakt de motor beschadigd.
Let op: Vermijd het gebruik van de robot nabij een trap of ander hoogteverschil of houd het
apparaat grondig in de gaten. In bepaalde gevallen detecteren de valsensoren, afhankelijk van
specifieke omstandigheden in uw huis, een trap of ander hoogteverschil mogelijk niet op tijd.
De accu-indicator brandt ononderbroken tijdens het schoonmaken (fig. 18).
,
2
De robot maakt de vloeren schoon tot de accu bijna leeg is of tot de robot handmatig wordt
uitgeschakeld.
Opmerking: De robot volgt vooraf gedefinieerde schoonmaakpatronen. Zie 'Hoe uw robot schoonmaakt'
in hoofdstuk 'Hoe uw robot werkt' voor meer details.
Opmerking: Als de accu tijdens een schoonmaakbeurt bijna leegraakt, knippert de accu-indicator snel en
hoort u twee pieptonen. Laad de robot opnieuw op om door te kunnen gaan met schoonmaken (zie
'Opladen' in het hoofdstuk 'Klaarmaken voor gebruik') (fig. 14).
Indicatorsignalen en hun betekenis
De robot heeft een display met drie indicators: de accu-indicator, de stofbakindicator en de
waarschuwingsindicator. In de onderstaande tabel wordt de betekenis van de indicatorsignalen
uitgelegd.
Indicatorsignaal
De accu-indicator brandt ononderbroken.
De accu-indicator knippert langzaam.
De accu-indicator knippert snel en de robot
geeft elke minuut twee pieptonen.
De stofbakindicator brandt ononderbroken.
De waarschuwingsindicator knippert snel en de
robot geeft elke minuut twee pieptonen.
Betekenis
De accu is volledig opgeladen.
De robot maakt schoon.
De robot wordt opgeladen.
De accu is leeg.
Het stofbakdeksel ontbreekt.
De stofbak ontbreekt.
De robot is ingeschakeld maar niet op een
vlakke vloer geplaatst of helemaal niet op een
vloer geplaatst.
De bumper van de robot zit vast.
Een wiel of zijborstel zit vast.