Nederlands
68
Signalen en hun betekenis
De robot heeft een display met drie indicators: een waarschuwingsindicator, een start/stop-indicator
en een indicator die aangeeft dat de stofbak vol is. In de volgende tabel vindt u de betekenis van deze
signalen.
Signaal
De statusindicator brandt continu groen.
De start/stop-indicator knippert langzaam groen.
De statusindicator brandt continu rood.
De indicator voor een volle stofbak brandt
continu rood.
De waarschuwingsindicator brandt continu rood,
maar de start/stop-indicator is groen.
De waarschuwingsindicator brandt continu rood.
De waarschuwingsindicator knippert rood.
Starten en stoppen
1 Druk op de start/stop-knop.
-
U kunt op de start/stop-knop op de robot (Fig. 19) drukken.
-
FC8715, FC8710, FC8705: U kunt ook op de start/stop-knop op de afstandsbediening (Fig. 20)
drukken.
2 De start/stop-indicator brandt continu groen en de robot begint met reinigen (Fig. 22).
3 De robot maakt schoon in de modus Automatisch reinigen tot de accu leeg begint te raken. In de
modus Automatisch reinigen volgt de robot herhaalde reeksen van patronen in deze volgorde: Z-
patroon, willekeurig patroon, muurvolgend patroon en patroon voor plaatselijke reiniging (Fig. 21).
FC8715, FC8710, FC8705:
Opmerking: Als u een afzonderlijke modus wilt selecteren, drukt u op een van de modusknoppen
op de afstandsbediening. Zie het gedeelte 'Een reinigingsmodus selecteren' voor meer informatie.
4 Wanneer de accu bijna leeg is, gaat de start/stop-indicator continu rood branden en gaat de robot
op zoek naar het dockingstation om te worden opgeladen (Fig. 17).
5 U kunt ook op de start/stop-knop op de afstandsbediening drukken om de schoonmaakbeurt te
onderbreken of te beëindigen. Als u nogmaals op de start/stop-knop drukt en er zit nog genoeg
energie in de accu, blijft de robot stofzuigen in de modus Automatisch reinigen.
6 FC8715, FC8710, FC8705: Als u wilt dat de robot terugkeert naar het dockingstation voordat de accu
bijna leeg is, drukt u op de dockingknop op de afstandsbediening (Fig. 23).
Betekenis
De robot is klaar om te gaan schoonmaken.
De robot wordt opgeladen.
De robot zoekt het dockingstation omdat de
batterij bijna leeg is.
De oplaadbare accu van de robot is bijna leeg en
de robot zoekt het dockingstation.
De stofbak is vol.
De robot is opgetild tijdens het reinigen.
De bumper van de robot is beklemd geraakt.
De stofbak is niet aanwezig of is niet goed
geplaatst.
De vloer is te donker.
Een wiel of zijborstel zit vast.
Laadfout of de accu is niet aanwezig.