Schakelschema's
YLCC/YLCC-H 42, 62, 82, 102, 122 en
152
400.3.50 + N
L1 L2 L3
N
B
1
2
3
4
6
7
Hydraulische aansluitingen
De hydraulische aansluitingen bij de
watertoevoer- en waterafvoer van de
warmtepomp dienen overeenkomstig de
aan de zijkant van het toestel aangegeven
richting van de toe- en afvoer uitgevoerd te
worden (Afb. 8).
Men kan hiervoor (niet-gegalvaniseerde)
ijzerbuis gebruiken waarvan de afmetingen
niet kleiner dan die van de voorziene
aansluitingen zijn en rekening houdend
met
het
vullingsverlies
aansluitingen
en
in
warmtewisselaar van de installatie.
Het ontwerp van de pomp dient uitgevoerd
te worden met een nominaal debiet dat een
A t van 5°C mogelijk maakt.
Aanbevolen wordt de leidingen met
trillingdempende koppelingen aan te
sluiten.
In alle gevallen dient een debietregelaar
geïnstalleerd te worden om uit te sluiten
dat de installatie zonder watercirculatie
werkt alsmede een waterfilter dat verplicht
is om aanspraak op de garantie te kunnen
maken.
Ook
dient
waterretourleiding een expansievat
geïnstalleerd te worden dat geschikt is voor
de totale watercapaciteit van de installatie.
Gebruikslimieten
Spanningsgrenzen
Nominaal
bij
Model
400
Min.
YLCC
342
YLCC-H
* Bij watertemperaturen onder de nominale temperatuur wordt geadviseerd altijd anti-vriesmengsels van het type glysol te gebruiken.
46
EE
De watercapaciteit van de aggregaten
bedraagt:
42 = 25 liter
62 = 28 liter
82 = 38,2 liter
Tijdens de winter bij temperaturen onder nul
9
dienen er voorzorgsmaatregelen genomen
te worden ter voorkoming van het bevriezen
van de leidingen en van de warmtewisselaar
van de warmtepomp.
Algemeen wordt dit als volgt opgelost:
DEBIETSCHA-
KELAAR
a) De installatie ledigen.
b) Het circuit met een antivriesmengsel
(glycol) vullen.
c)
Het circuit aftappen.
Hydraulische groepen GH
Ter voorkoming van het ongemak door een
verlaging van de temperatuur van het
water tijdens de ontdooicyclus of het
uitschakelen van het toestel door het
inschakelen van de antivriesthermostaat in
installaties met beperkt volumen, dient een
buffervat gebruikt te worden die de
thermische inertie van de installatie
verhoogt.
De aanbevolen minimale waterinhoud voor
de groepen GH en de compatibiliteit met
de aggregaten YLCC/YLCC-H zijn als
bij
deze
volgt:
de
interne
YLCC / YLCC-H
er
in
de
Toch dient in elk afzonderlijk geval het minimaal
benodigde volume voor de installatie
gecontroleerd te worden.
Luchttemperatuur bij inlaat
Bedrijfscyclus
Minimaal °C
Koeling / verwarming Koeling / verwarming Koeling / verwarming
Max.
10 / -
436
10 / -10
GROOTTE
102 = 38,2 liter
122 = 78,5liter
152 = 73,5 liter
LITER
42
200
62
260
260
82
102
600 S
122
600 S
152
600 P
Wateruitlaattemperatuur
batterij DB
Maximaal °C
Minimaal °C
46 / -
5* / -
46 / 20
5* / 30
NL
Circulatiepomp
Het is van wezenlijk belang voor een goede
werking van de toestellen dat een
geschikte pomp wordt gekozen die
voldoende doorstroming en druk naar het
hydraulische circuit bezit. Hiertoe de
gegevens uit bijgevoegd overzicht
gebruiken.
Debiet van de pomp
bij benadering
Unit
Δt 5°C
YLCC
YLCC-H
l/h
42
6 700
1,86
62
10 100
82
13 500
3,75
102
17 200
4,77
122
19 900
5,53
152
25 800
7,16
Alvorens het installeren als
beëindigd te beschouwen
Controleren of:
- De spanning altijd tussen 342 -
436 V ligt.
- De
netspanningkabels minimaal
overeenkomt met de in de
desbetreffende schakelschema's
aanbevolen doorsnede.
- De gebruiker aanwijzingen omtrent
de bediening heeft gekregen.
- De gebruiker ingelicht is omtrent
de noodzaak van het regelmatig
reinigen van het luchtfilter.
- De garantiekaart ingevuld is.
- Men aanwijzingen gegeven heeft
omtrent het onderhoud of dat er
een servicecontract afgesloten is.
Bedrijfscyclus
Maximaal °C
Minim.
Koeling / verwarming
15 / -
15 / 50
Door pomp
geleverde minimale
druk
l/s
waterkolom
kPa
15
147
2,8
15
147
15
147
15
147
15
147
15
147
doorsnede
van
de
Verschil tussen
de wateruitlaat- en
waterinlaattemperatuur
Maxim.
°C
°C
7
3