- De batterij mag niet leeg zijn. Een lege
batterij wordt op het display
het batterijsymbool
- Als een eenduidige meting niet mogelijk
is, geeft het display „Err" weer. De meting
moet dan worden herhaald.
Meten van afstanden
1. Schuif de functieschakelaar
positie „DISTANCE". Het display
gaat aan.
U kunt kiezen tussen de lengte-eenhe-
den meter en voet. Om te wisselen
tussen meter en voet drukt u op de
MODE-knop
drukt. Druk vervolgens op de READ-
knop
6
los. Als u de knoppen loslaat, veran-
deren de meeteenheden.
Opmerking: de meeteenheid kan
na elke meting worden gewijzigd door
de handelingen zoals beschreven in
stap 1 te volgen.
- Metingen beginnen met de meet-
punt
- Indien de meting buiten het meetbe-
reik ligt, geeft het display „Err" of
een onlogische waarde aan. De te
meten afstand moet tussen de 0,6 m
en 16 m lang zijn (zie afb. F).
- Controleer voor elke meting of er geen
„Err"-melding op het display wordt
weergegeven. De „Err"-melding kan
altijd door het kort indrukken van
de MODE-knop
Als de „Err"-melding nog steeds ver-
schijnt, druk dan herhaald op de
86 NL/BE
en houdt deze inge-
4
en laat beide knoppen tegelijk
.
1
door
2
weergegeven.
9
worden gewist.
4
in de
2