G - OPSLAG - ONDERHOUD
Onderhoud uw apparaat regelmatig, u zult er gedurende
talrijke jaren blij mee zijn.
• Verwijder, zodra de eenheid koud is (bij benadering 15
minuten), de bereidingsplaat en het rooster. Ontgrendel
het reservoir van de basis door het linksom te draaien en
omhoog te tillen. Gooi het water eruit. Schroef de poten
uit de basis.
• Maak vet geworden onderdelen schoon met water en
zeep of een niet-schurend afwasmiddel.
• Om u het schoonmaken gemakkelijk te maken, kunnen
deksel, bereidingsplaat, reservoir en rooster in de
vaatwasser worden afgewassen. De poten kunnen
met een spons worden schoongemaakt (gebruik geen
reinigingsmiddelen).
• Zorg ervoor dat u bij het schoonmaken de gaatjes
van de branders niet verstopt. Als deze gaatjes-Bij
voorbeeld door het overkoken van levensmiddelen - zijn
verstopt, kunt u ze het best met een niet-metalen borstel
ontstoppen.
• Na het reinigen kunt u alle onderdelen weer in het
apparaat aanbrengen, de deksel erop doen en
vergrendelen door de stappen A, B en C in Fig. 1 in
omgekeerde volgorde te volgen.
H - PROBLEMEN / OPLOSSINGEN
Probleem
De brander gaat niet aan
De brander brandt onregelmatig of gaat uit
Onstabiele vlammen met spuitend geluid
Grote vlam aan de bovenkant van de brander
Vlam ter hoogte van de injector
Brandend lek ter hoogte van de koppeling
Onvoldoende warmteontwikkeling
Brandend lek achter de regelknop
I - GARANTIEPERIODE -
jaar
2
• De poten moeten opgeslagen worden zoals in Figuur
18 getoond wordt. Zorg ervoor dat de grill (6) in een
zodanige positie gedraaid is dat de U-vormige beugels
niet op de poten van het rooster rusten (afb. 14-iii),
anders kan de deksel niet gesloten worden.
• Het apparaat dient opgeborgen te worden in een koele,
droge en luchtige plaats buiten het bereik van kinderenen
nooit in een kelder.
• Als het apparaat langer dan 30 dagen niet is gebruikt,
verwijder dan eerst eventuele spinnenwebben die de
openingen van de branderbuis kunnen verstoppen.
Spinnenwebben kunnen de prestaties van het apparaat
verminderen of de oorzaak zijn van een gevaarlijke
gasontbranding buiten de brander.
• Wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet wordt
gebruikt, ontkoppelt u de gastank van het apparaat
en gaat daarbij te werk zoals aangegeven wordt in
paragraaf § F.
• Controleer regelmatig de goede staat van de slang
en vervang hem zodra hij tekenen van veroudering of
scheurtjes vertoont (paragraaf § C-2).
• In het geval dat de injector verstopt raakt (de gasfles
bevat nog gas, maar het toestel gaat niet branden),
mag u deze niet zelf proberen te ontstoppen. Breng het
toestel terug naar de winkel.
Mogelijke oorzaak / Oplossing
• - Storing in de gastoevoer
• - Drukregelaar werkt niet
• - Verstopping van slang, kraan, venturibuis of gaatjes van de
brander. Reinig de venturi.
• - Controleer de gastoevoer
• - Controleer of de slang goed is aangesloten
• - Zie de serviceafdeling
• Nieuwe gasfles bevatte lucht. Laat de brander branden tot het
probleem verholpen is
• Water dat is overgebleven nadat de branderdeksels zijn
afgewassen.
• Zie de serviceafdeling
• - Verstopte venturibuis (bijv. met spinnenwebben)
• - Zie de serviceafdeling
• - De gasfles is bijna leeg
• - Vervang de gasfles en het probleem is verholpen
• - Zie de serviceafdeling
• - Sluit onmiddellijk de gastoevoer
• - De koppeling is niet gasdicht: draai de moeren aan of vervang
de slang
• - Zie de serviceafdeling
• - Verstopte injector of venturibuis. Reinig de venturi.
• - Zie de serviceafdeling
• - Defecte kraan
• - Sluit het toestel
• - Zie de serviceafdeling
25
NL