INSTALLEREN/VERBINDEN
7
Verwijder de strook die het aardingsvel bedekt en plak het vel op een metalen gedeelte van
de auto.
Zorg dat er voldoende ruimte voor het aardingsvel is zodat het geen andere interieuronderdelen
overlapt (bijv. afdekking van voorpilaar). Controleer tevens of de interieuronderdelen de versterkerunit
(G) niet hinderen.
Voorruit
(G)
Afdekking voorpilaar
8
Leid de antennekabels.
Bevestig de antenne met kabelklemmen (H) op diverse posities aan de pilaar.
9
Plaats de afdekking van de voorpilaar weer terug.
Let op dat het aardingsvel en de versterkerunit (G) bij het weer plaatsen van de afdekking niet worden
beschadigd.
10
Verbind de versterkerunit (G) met de DAB-antenneaansluiting op de achterkant van het
apparaat.
11
[DAB ANT POWER]
[ON]
Stel
op
. (Pagina 4)
Aardingsvel
TECHNISCHE GEGEVENS
DAB Frequentiebereik
Gevoeligheid
Signaal/ruisverhouding
Type antenne-aansluiting
Antenne-uitgangsvoltage
Antenne maximale stroom
FM
Frequentiebereik
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 30 dB)
Onderdrukkingsgevoeligheid
(DIN S/R = 46 dB)
Frequentieweergave (±3 dB)
Signaal/ruisverhouding (MONO)
Stereoscheiding (1 kHz)
MW
Frequentiebereik
(AM)
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 20 dB)
LW
Frequentiebereik
(AM)
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 20 dB)
Laserdiode
Digitaal filter (D/A)
Rotatiesnelheid
Wow & flutter
Frequentieweergave (±1 dB)
Totale harmonische vervorming (1 kHz)
Band III 174,928 MHz — 239,200 MHz
–100 dBm
90 dB
SMB
12 V gelijkstroom
< 100 mA
87,5 MHz — 108,0 MHz (50 kHz stap)
6,2 dBf (0,56 μV/75 Ω)
15,2 dBf (1,58 μV/75 Ω)
30 Hz — 15 kHz
68 dB
40 dB
531 kHz — 1 611 kHz (9 kHz stap)
28,5 μV
153 kHz — 279 kHz (9 kHz stap)
45 μV
GaAIAs
8 keer oversampling
500 rpm — 200 rpm (CLV)
Onder meetbare limiet
20 Hz — 20 kHz
0,01 %
37
NEDERLANDS