Installatie En Aansluitingen; Elektrische Aansluiting; Hydraulische Aansluitingen; Inbedrijfname - Wilo PUN Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Zelfaanzuigend (Fig. 2, 3)
1 - Hopperkap (in de leveringsomvang)
2 - Zuigleiding
3 - Aftapplug (in de leveringsomvang)
4 - Zuigkorf
6.2 Productbeschrijving
Drukverhogingsinstallatie voor toepassingen
waarbij een hogere waterdruk vanuit een water-
reservoir (Fig. 1) en zelfaanzuigende pompen voor
watervoorziening (Fig. 2, 3) nodig zijn.
Zuighoogte en maximale horizontale lengte van
de zuigleiding voor zelfaanzuigende pompen (zie
hieronder).
Tabel 1
Maximale horizontale lengte
Zuighoogte
6 m/19,7 ft
5 m/16,4 ft
4 m/13,1 ft
3 m/9,8 ft
6.3 De pomp
Eéntraps horizontale centrifugale, normaalzui-
gende pompen (PUN)/zelfaanzuigende pompen
(PU, PU-S).
Asafdichting met mechanische afdichting.
6.4 De motor
1~, 2-polige motor, 50 Hz of 60 Hz afhankelijk
van het model, de condensator in de klemmen-
kast, de motorbeveiliging, de thermale bescher-
ming voor motorbeveiliging.
• Beschermingsklasse: IPX4
• Isolatieklasse: F_155
Frequentie
Toerental in tpm
Spanning 1~ 230 V (±10 %)

7. Installatie en aansluitingen

Alle werkzaamheden aan de installatie en elek-
trische aansluitingen mogen alleen worden uit-
gevoerd door bevoegd en gekwalificeerd per-
soneel, overeenkomstig de toepasselijke voor-
schriften.
WAARSCHUWING! Lichamelijke letsels!
De geldende regels voor ongevallenpreventie
moeten in acht worden genomen.
7.1 Bij ontvangst van het product
• Haal de pomp uit de verpakking en recycle de
verpakking of voer deze op een milieuvriendelijke
manier af.

7.2 Hydraulische aansluitingen

Algemene aansluitinstructies
• Gebruik flexibele, met weefsel versterkte slang-
leidingen of stijve leidingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften - WILO-PUN_PU_PU-S
van de zuigleiding
26 m/85,3 ft
37,5 m/123 ft
49 m/160,7 ft
50,5 m/165,6 ft
50 Hz 60 Hz
2900 3500
220 V (-10 %)
240 V (+6 %)
• De pomp mag niet het gewicht van de leidingen
dragen.
• Dicht de leidingen goed af met de correcte mate-
rialen.
• Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij de put. Als
de pomp ver van de put moet worden geïnstal-
leerd, wordt de maximale afstand van de leiding
van de put naar de pomp beperkt door de zuig-
hoogte (Fig. 2, hoofdstuk 6.2 – tabel 1).
Bepaal de zuighoogte op basis van het droge
seizoen.

7.3 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische
schok!
Gevaar dat samenhangt met elektrische stroom,
dient te worden weggenomen.
• Alle werkzaamheden gerelateerd aan elektrici-
teit mogen alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektricien!
• Voordat er een elektrische aansluiting wordt
gemaakt, moet de spanning van de pomp wor-
den gehaald (uitgeschakeld) en beveiligd wor-
den tegen onbevoegde herinschakeling.
• Om een veilige installatie en werking te garan-
deren, moet de aggregaat correct worden geaard
met de aardterminals van de spanningsvoorzie-
ning.
VOORZICHTIG! Een fout in de elektrische aanslui-
ting beschadigt de motor.
De stroomkabel mag nooit contact maken met
de leiding of de pomp, en moet uit de buurt van
vocht worden gehouden.
• Bekijk de informatie op het pomphuis voor de
elektrische eigenschappen ervan (frequentie,
spanning, stroomsterkte).
• Bekijk het elektrische aansluitschema aan de bin-
nenzijde van de klemmenafdekking. Bevestig de
kabel bij het aansluiten stevig met de kabelwartel
en het kabelanker uit de klemmenkast.
• De doorsnede van de voedingskabel voor deze
pomp moet ten minste 3 x 0,75 mm² bedra-
gen, en de voedingskabel moet ten minste een
kabel zijn met normale polychloride afdekking
(60227 IEC 53) of een kabel met normale poly-
chloropreen afdekking (60245 IEC 57).
• De 1-fase-motor van deze pomp heeft een inge-
bouwde thermale bescherming.
• Als de kabel of connector van dit apparaat
beschadigd is, moet deze door de fabrikant of de
servicedienst van de fabrikant worden vervangen
door het overeenkomstige onderdeel.

8. Inbedrijfname

Controleer of de aansluitingen naar de sanitaire
apparaten, die zijn aangesloten op de opvoerin-
stallatie, niet lekken.
• Schakel de spanningsvoorziening naar de installa-
tie in.
• Controleer of het huidige stroomverbruik minder is
dan of gelijk is aan het bepaalde stroomverbruik.
Nederlands
13