Aanpassen van de loopband
De loopband kan na langer gebruik uitzetten en moet dan worden
gecorrigeerd. Laat de band met een snelheid van 3 km/uur lopen. Draai met de
meegeleverde inbussleutel aan de achterste instelschroeven om de band te
centreren.
Wanneer de loopband naar
rechts afwijkt, draait u de rechter
instelschroef een kwart slag met
de klok mee en de linker een
kwartslag tegen de klok in. Draai de
instelschroeven net zolang totdat de
loopband goed gecentreerd is.
Wanneer de loopband tijdens het gebruik verschuift, schakelt u het apparaat
uit en neemt u de stekker uit het stopcontact. Draai met de meegeleverde
inbussleutel zowel de linker als de rechter instelschroef een kwartslag met
de klok mee om de loopband vast te zetten of een kwartslag tegen de klok
in om hem los te draaien. Doe de stekker weer in het stopcontact en start
de loopband met een snelheid van 8-10 km/uur. Loop op de loopband om
vast te stellen of de band nog schuift. Herhaal dit proces totdat de band niet
meer schuift.
Wanneer de loopband naar
links afwijkt, draait u de linker
instelschroef een kwart slag met
de klok mee en de rechter een
kwartslag tegen de klok in. Draai de
instelschroeven net zolang totdat de
loopband goed gecentreerd is.
NL
109