Ref. 11/620
5.4 Instelling van
adressen en modus
Met het submenu Add kan de module van 1 t/m
16 geadresseerd worden. Zodra de selectie is
uitgevoerd moet op de toets OK (3) worden
gedrukt. De bewegende tekst "Stored"
bevestigt het welslagen van de handeling.
Met het submenu Set kan de
werkmodus worden ingesteld.
Voor het instellen van deze
parameter en de beschrijvingen
van elke werkmodus wordt
verwezen naar paragraaf 3.1.
5.
TECHNISCHE KENMERKEN
n° analoge ingangen
n° digitale ingangscontacten
n° analoge uitgangen
Verzwakkingsfactor
Doorlaatband
Vervorming
Overspraak tussen
aangrenzende ingangen (bij 1 kHz)
Verhouding signaal/storing
5.4 Configuración de
direcciones y modalidades
El submenú Add permite dirigir de 1 a 16 el
módulo. Al término de la selección es necesario
pulsar la tecla OK (3). El mensaje "Stored"
confirma que la operación ha sido efectuada
correctamente.
Conf
Add
... 1 ÷ 16
Set
Set 1
Set 2
Set 3
5.
CARACTERÍSTICAS TÉCNICAS
8 (BGM + PA1 + PA2)
8
6
1 dB
60 ÷ 30.000 Hz
< 0,05%
> 80 dB
87 dB (97 dbA)
- PMS2000 System -
El submenú Set permite al
contrario programar la modalidad
de funcionamiento del módulo.
Para la configuración de este
parámetro y las correspondientes
descripciones de cada modo de
funcionamiento, hacer referencia
al apartado 3.1.
n° entradas analógicas
n° contactos de entrada digitales
n° salidas analógicas
Pasos de atenuación
Banda pasante
Diafonía entre entradas
contiguas (a 1 kHz)
Relación señal/ruido
PM2024-B
Distorsión
31