- Verzeker U ervan dat al het verpakkingsmate-
riaal van het product verwijderd is.
- Voor het eerste gebruik dient U alle delen van
het apparaat die met voedingsmiddelen in aan-
raking kunnen komen, schoon te maken, zoals
aangegeven bij de paragraaf Schoonmaken.
GEBRUIK:
- Het snoer helemaal afrollen alvorens de stek-
ker in het stopcontact te steken.
- Controleer dat het Filter (C) juist geplaatst is
door het omlaag te drukken totdat het goed
zit Plaats het beschermdeksel (B) in de juiste
stand
- Steek de stekker in het stopcontact.
- Plaats de kannen voor het sap (F) en het
vruchtvlees (G) in de stand
- Zet het apparaat aan met de keuzeschakelaar.
(I), na gecontroleerd te hebben dat de sluitbeu-
gels (E) goed gesloten zijn
- WAARSCHUWING: Wanneer onderdelen van
het apparaat niet correct geplaatst zijn, zal het
apparaat niet aangaan
- Het controlelampje (J) gaat aan
- Het gewenste vermogen selecteren: I (Lang-
zaam) of II (Normaal)
- Snelheid I wordt vooral aanbevolen voor zacht
fruit en groente, zoals watermeloenen, druiven,
tomaten, komkommers, enz.
- Snelheid II is ideaal voor ander fruit en groente,
zoals
- appels, wortels, enz.
- Voer de groente of het fruit voorgesneden in de
daarvoor bestemde opening van het bescherm-
deksel.
- Druk er zacht op met de stamper.
- Het sap en de pulp worden automatisch ge-
scheiden. Het sap gaat naar de sapkan (F) en
de resten naar de vruchtvleeskan (G)
- Druk niet te hard op de stamper, aangezien dat
een nadelig effect kan hebben op het resultaat
en er zelfs toe kan leiden dat het filter stopt.
- Gebruik het apparaat nooit langer dan 3 minu-
ten Anders kan de motor beschadigd worden.
- Laat de motor nog enkele seconden lopen om
het laatste restje sap uit te laten lopen.
- Zet het apparaat uit door de keuzeknop op 0 te
zetten.
- Alvorens de sapcentrifuge te openen, dient U
er zeker van te zijn dat de motor gestopt is
- Open de twee sluitbeugels (E)
- Verwijder de kannen voor het sap (F) en het
vruchtvlees (G), de stamper (A) en het be-
schermdeksel (B).
- Trek eerst aan het filter (C), en vervolgens aan
het bovendeel (D)
- OPMERKING: Wanneer men grote hoeveelhe-
den fruit verwerkt, moet het filter regelmatig
- gereinigd worden om de vruchtvleesresten te
verwijderen.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit door de keuzeknop op 0 te
zetten.
- Het apparaat loskoppelen van het lichtnet.
- Het apparaat reinigen
REINIGING
- Trek de stekker van het apparaat uit en laat het
afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
maak het apparaat daarna goed droog.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH, zoals bleekwater,
noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Het is raadzaam om het apparaat geregeld
schoon te maken en om alle voedselresten te
verwijderen.
- Indien het apparaat niet goed onderhouden
wordt, kan dit zorgen voor beschadiging van
het oppervlak en kan dit de levensduur van het
apparaat onverbiddelijk aantasten en tot een
gevaarlijke situatie leiden.
- De volgende onderdelen mogen met warm
zeepwater schoongemaakt worden of in de
vaatwasser geplaatst worden (op een zacht
wasprogramma):
- Vulstuk
- Beschermingsdeksel
- Uitneembaar filter
- Bovendeel