8.
M
AAT KOELMIDDELLEIDING EN
TOEGESTANE LEIDINGLENGTE
GEVAAR
■
Leidingen en andere onder druk staande onderdelen
dienen te voldoen aan de toepasselijke wetgeving en
geschikt te zijn voor koelmiddel. Gebruik met
fosforzuur
gedesoxideerd
koelmiddelleidingen.
■
De installatie dient door een installateur uitgevoerd te
worden; de keuze van het materiaal en de installatie
dienen te voldoen aan de toepasselijke wetgeving. In
Europa dient de norm EN378 gehanteerd te worden.
LET OP
Voor de personen belast met het leggen en aansluiten
van de leidingen:
Open zeker de afsluiter na het werk aan de leidingen en
het ontluchten. (Het systeem laten werken met een
gesloten afsluiter kan de compressor breken.)
INFORMATIE
Het is verboden om koelmiddel in de atmosfeer af te
voeren. Vang het koelmiddel op volgens de geldende
wetgeving betreffende het opvangen en elimineren van
freon.
8.1. Keuze van het leidingmateriaal
■
Materiaal: met fosforzuur gedeoxideerde naadloze koperen buis
voor koelmiddel.
■
Hardheidsgraad: gebruik leidingen met een hardheidsgraad op
basis van de leidingdiameter zoals in de onderstaande tabel
staat vermeld.
■
De leidingdikte van de koelmiddelleiding dient te voldoen aan de
toepasselijke wetgeving. De minimale leidingdikte voor R410A-
leidingen moet voldoen aan de waarden in de onderstaande
tabel.
Hardheidsgraad
∅
leiding
van leidingmateriaal
6,4
O
15,9
O
O=Gegloeid
8.2. Maat van de koelmiddelleiding
De buizen tussen de buitenunit en de binnenunit dienen in principe
dezelfde maat te hebben als de aansluitingen buiten.
Maat van de koelmiddelleiding (mm)
Gasleiding
Vloeistofleiding
Montagehandleiding
9
naadloos
koper
voor
Minimale dikte t (mm)
0,80
1,00
∅15,9
∅6,4
8.3. Toegestane leidinglengte en hoogteverschil
Zie de afbeelding en de tabel hieronder voor de toegestane lengtes
en hoogtes. Veronderstel dat de langste lijn op de afbeelding met de
in werkelijkheid langste buis overeenstemt, en dat de hoogte unit op
de afbeelding met de in werkelijkheid hoogste unit overeenstemt.
L
H Hoogte
L Lengte
Toegestane leidinglengte
Maximum totale leidinglengte in één richting
L
Minimum leidinglengte in één richting
L
Maximum hoogte tussen binnen en buiten
H
Lengte zonder vulling
L
9.
V
OORZORGSMAATREGELEN VOOR
KOELMIDDELLEIDINGEN
■
Sta nooit toe dat iets anders dan het aangewezen koelmiddel
zich kan vermengen in de vriescyclus, zoals lucht, enz. Indien er
koelgas zou lekken terwijl de unit in bedrijf is, ventileer dan
onmiddellijk de kamer.
■
Gebruik uitsluitend R410A als u koelmiddel toevoegt.
Installatiegereedschap:
Gebruik uitsluitend installatiegereedschap (meetinstrument,
verdeelstuk, vulslang enz.) dat geschikt is voor R410A-
installaties zodat het de druk kan weerstaan en het niet mogelijk
is dat vreemde stoffen (zoals minerale oliën en vocht) in het
systeem komen.
Vacuüm pomp:
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep.
Zorg dat de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt als
de pomp buiten werking is.
Gebruik een vacuümpomp die het systeem tot –100,7 kPa
(5 Torr, –755 mm Hg) kan leegpompen.
■
Om te beletten dat vuil, vloeistof of stof in de leiding kan
binnendringen, sluit de buis af met kleefband of nijp ze dicht.
Wees zeer voorzichtig bij het plaatsen van koperen buizen door
de wanden.
Plaats
Montageperiode
Meer dan een maand
Buitenunit
Minder dan een
maand
Binnenunit
Ongeacht de periode
■
De leidingen dienen zo gemonteerd te worden dat de flare nooit
mechanisch belast is.
30 m
3 m
20 m
≤
10 m
Beschermings-
methode
Leiding vastklemmen
De leiding
dichtknijpen of
afdichten met
kleefband
RRLQ006~008BBV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW68222-1 – 02.2011