gebrek daaraan, zonder toezicht van een bevoegde,
getrainde en geaccrediteerde toezichthouder.
• Het gebruik van davitrac als een van de markeringen
onleesbaar is.
• Het installeren of gebruiken van davitrac zonder deze
eerst grondig te verifiëren.
• davitrac gebruiken als hij niet binnen de afgelopen
12 maanden periodiek is geïnspecteerd door een
technicus die schriftelijk toestemming heeft gegeven
voor hergebruik.
NL
• Een valbeveiligingssysteem aansluiten als een
van de onderdelen ervan niet binnen de afgelopen
12 maanden periodiek is geïnspecteerd door een
technicus die schriftelijk toestemming heeft gegeven
voor hergebruik.
• Een Tractel
-verankeringssysteem voor valbeveiliging
®
gebruiken voor andere toepassingen dan die
beschreven in deze handleiding.
• davitrac gebruiken in strijd met de informatie in sectie
'12. Levensduur'.
• Deze
apparatuur
verankeringssysteem voor valbeveiliging voor meer
dan 2 operators.
• Meer dan 1 operator aansluiten op elke ankerring,
binnen de limiet van 2 operators per basis.
• davitrac gebruiken als het gewicht van de operator,
inclusief apparatuur en gereedschap, meer dan
150 kg bedraagt.
• davitrac gebruiken met een last van 100 kg
tot 150 kg (totaal gewicht van de operator, zijn
apparatuur en gereedschap) als een onderdeel van
het valbeveiligingssysteem een lagere maximale
werklast heeft.
• davitrac
gebruiken
tegengehouden.
• davitrac gebruiken in een zeer corrosieve of
explosiegevaarlijke omgeving.
• Een Tractel
-verankeringssysteem voor valbeveiliging
®
gebruiken als verankering voor een hijsmiddel voor
materiaal.
• Een Tractel
-ankerpunt voor het hijsen van materiaal
®
gebruiken als verankeringspunt voor valbeveiliging.
• davitrac gebruiken buiten het temperatuurbereik van
-35°C tot +60°C.
• davitrac
gebruiken
ontoereikend is in het geval van een val.
• davitrac gebruiken als u niet in goede fysieke conditie
verkeert.
• davitrac gebruiken als u zwanger bent.
• davitrac gebruiken als de veiligheidsfunctie van een
van de bijbehorende items wordt beïnvloed door de
veiligheidsfunctie van een ander item of deze kan
verstoren.
• Reparaties of onderhoud uitvoeren aan davitrac
zonder eerst een training te hebben gevolgd en
schriftelijk te zijn goedgekeurd door Tractel
• davitrac gebruiken als hij niet compleet is, als hij
van tevoren is gedemonteerd of als onderdelen zijn
vervangen door een partij die niet door Tractel
goedgekeurd.
54
gebruiken
als
als
het
een
val
heeft
als
de
verticale
speling
.
®
• davitrac op enige andere wijze dan zoals beschreven
in deze handleiding bevestigen.
• davitrac vastzetten aan een draagconstructie met een
sterkte waarvan bekend is dat deze 16 kN of lager is
of bij het vermoeden dat dit het geval is.
• davitrac tegelijkertijd gebruiken als verankeringspunt
voor valbeveiliging conform EN 795:2012 en als
verankeringspunt voor het hijsen van materiaal
conform Machinerichtlijn 2006/42/EG.
• davitrac gebruiken met verankeringsconsoles die niet
zijn goedgekeurd door Tractel SAS.
• Basissteunen gebruiken die niet zijn goedgekeurd
door Tractel SAS.
• davitrac
gebruiken
verankeringsconsoles tegelijk.
• davitrac gebruiken binnen de valbeveiligingsconfiguratie
als de ruimte onder het verankeringssysteem niet
compatibel is met de benodigde vrije ruimte van het
gebruikte valbeveiligingssysteem of als er zich een
obstakel in het valtraject bevindt.
een
• davitrac gebruiken als er niet vooraf een reddingsplan
is opgesteld in het geval de operator valt.
• Een Tractel
-verankeringssysteem voor valbeveiliging
®
installeren op een constructie met een mechanische
breeksterkte onder 16 kN, verticaal en horizontaal.
Deze belasting kan verticaal worden uitgeoefend met
een maximale hefboomarm van 700 mm.
7. Bijbehorende apparatuur
• Valbeveiliger (EN 363).
• Valbeveiliging (EN 353-2 – EN 355 – EN 360).
• Connector (EN 362).
• Veiligheidsharnas (EN 361).
• Hijsmiddel voor reddingsdoeleinden EN 1496 A of B.
• Verankeringsconsole (EN 795).
• Evacuatietoestel (EN 341).
Voordat u een valbeveiligingssysteem gebruikt, moet u
de wettelijke controles uitvoeren conform de specifieke
gebruiksinstructies
• hijssysteem voor materiaal SWL max. 500 kg conform
Machinerichtlijn 2006/42/EG.
• Tractel
-verankeringsconsole
®
Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Raadpleeg de specifieke handleidingen van deze
producten voordat u een hefsysteem gebruikt.
8. Transport en opslag
Raadpleeg voor de bijbehorende systemen de
specifieke
handleidingen
producten.
Tijdens opslag en/of transport moet het product:
• Opgeslagen worden bij een temperatuur tussen
is
®
-35°C en 60°C
met
meer
dan
twee
500
kg
conform
van
de
bijbehorende