6.1.8
Tempomaat (niet MDC-variant)
6.1.9
Tempomaat (MDC-variant)
6.1.10 Rijrichtingschakelaar (niet MDC-variant)
Op de joystick bevindt zich de rijrichtingschakelaar.
Tip
Als de bestuurder de bestuurderstoel verlaat terwijl de rij-
richtingschakelaar op „Vooruit" of „Achteruit" staat, scha-
kelt de motor uit.
VOORUIT: schakelaar naar voren: rijrichting VOORUIT
wordt geactiveerd en weergave rijrichtingselectie „voor-
uit" brandt.
Tip
In die stand wordt de parkeerrem automatisch losge-
zet.
ACHTERUIT: schakelaar naar achteren: rijrichting
ACHTERUIT wordt geactiveerd en weergave rijrich-
tingselectie „achteruit" brandt.
Tip
In die stand wordt de parkeerrem automatisch losge-
zet.
NEUTRAAL: schakelaar in het midden: er brandt geen
weergave.
Tip
In die stand wordt de parkeerrem automatisch bediend,
het voertuig rijdt niet.
240
1 Schakelaar tempomaat
De tempomaat werkt enkel in de WERKMODUS en
KRUIPMODUS.
6.1.8.1
Tempomaat activeren
Selecteer de gewenste werksnelheid met het gaspe-
daal.
Druk, als het voertuig met de gewenste snelheid rijdt,
SET op de schakelaar Tempomaat in. De tempomaat is
geactiveerd.
Snelheid achteraf verhogen: SET + indrukken
Snelheid achteraf verlagen: RES – indrukken
Tip
De snelheid kan kort via het inchpedaal verlaagd wor-
den. Als het inchpedaal wordt losgelaten, rijdt het voer-
tuig opnieuw met het ingestelde motortoerental.
6.1.8.2
Tempomaat deactiveren
Om te deactiveren, moet het rempedaal bediend of het
inchpedaal volledig ingeduwd worden.
Na de deactivering van de tempomaat wordt door het
indrukken van RES (tijdens de rit) de vooraf opgesla-
gen snelheid opnieuw geactiveerd.
1 Schakelaar tempomaat
6.1.9.1
Tempomaat activeren
Selecteer de gewenste werksnelheid met het gaspe-
daal.
Druk, als het voertuig met de gewenste snelheid rijdt,
de schakelaar Tempomaat in. De tempomaat is geacti-
veerd.
6.1.9.2
Tempomaat deactiveren
Om te deactiveren, moet het rempedaal bediend of de
schakelaar Tempomaat ingedrukt worden.
25
-
NL