noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Zorg ervoor dat er geen water of andere vlo-
eistof binnendringt via de ventilatie-openingen,
om schade aan de functionele delen in het
inwendige van het apparaat te voorkomen.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak beschadigd en de
levensduur van het apparaat verkort worden,
en kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.