STEINEL IR 180 UP easy Manual De Instrucciones página 23

De stroomtoevoer bestaat uit een 2- of 3-polige kabel:
L = fase (meestal zwart of bruin)
N = nuldraad (meestal blauw, optioneel)
L' = geschakelde fase (meestal zwart, bruin of grijs)
In geval van twijfel moeten de draden met een spanningstester Worden geïdenti-
ficeerd; vervolgens Weer spanningsvrij maken. De fase (L) en (L') Worden op de
aansluitklem aangesloten. De nuldraad (N) kan optioneel Worden aangesloten.
Een aarddraad is niet nodig.
Belangrijk: het verwisselen van de aansluitingen heeft in het apparaat of in uw
meterkast kortsluiting tot gevolg. In dit geval moeten de afzonderlijke kabels
nogmaals geïdentificeerd en opnieuw verbonden Worden.
Een parallelle schakeling van meerdere sensorschakelaars is mogelijk. Het maxi-
maal aan te sluiten vermogen Wordt hierdoor niet verhoogd. De nuldraad (N) moet
bij iedere sensorschakelaar Worden aangesloten.
5. Montage
• Alle onderdelen controleren op beschadigingen.
• Neem het product bij beschadigingen niet in gebruik.
• Kies een passende montageplaats; houd hierbij rekening met de reikwijdte en
de bewegingsregistratie.
Montagestappen UP
• Stroomtoevoer uitschakelen (afb. 4.1/4.2/4.3)
• Aansluitkabel op de belastingsmodule aansluiten (afb. 5.1)
– 2 draden-aansluiting (afb. 4.1)
– 3 draden-aansluiting (afb. 4.2)
• Belastingsmodule in de inbouwcontactdoos schuiven (afb. 5.2)
• Belastingsmodule vastschroeven (afb. 5.3)
• Afdekraam en sensormodule op de belastingsmodule steken (afb. 5.4)
• Stroomtoevoer inschakelen (afb. 5.8)
• Instellingen '6. Werking'
Montagestappen AP
• Stroomtoevoer uitschakelen (afb. 4.1/4.2/4.3)
• Behuizing op de muur schroeven (Abb. 5.5)
• Aansluitkabel op de belastingsmodule aansluiten (afb. 5.6)
– 2 draden-aansluiting (afb. 4.1)
– 3 draden-aansluiting (afb. 4.2)
• Belastingsmodule, sensormodule en afdekking monteren (afb. 5.7)
• Stroomtoevoer inschakelen (afb. 5.8)
• Instellingen '6. Werking'
- 44 -
6. Werking
Fabrieksinstellingen
Schemerinstelling: 1000 Lux (daglichtstand)
Tijdinstelling: 5 seconden
Voor het instellen van de functies moet de sensormodule geopend worden.
• Druk met een schroevendraaier op de vergrendeling en open het klepje (UP).
(afb. 6.1)
• De afdekking afschroeven (AP). (afb. 6.2)
Schemerinstelling (afb. 6.3/B)
De gewenste drempelwaarde van de sensorschakelaar kan in stappen van 2 tot
1000 lux ofwel onafhankelijk van de lichtsterkte worden ingesteld.
Instelknopje : daglichtstand (onafhankelijk van de lichtsterkte)
Instelknopje : schemerstand (2 lux)
Bij de instelling van het registratiebereik en bij de functietest bij daglicht moet het
instelknopje op staan.
Tijdinstelling (afb. 6.3/C)
De gewenste brandduur van de aangesloten lamp kan van 5 seconden tot maxi-
maal 30 minuten Worden ingesteld (stapsgewijs).
Instelknopje 5 sec.: kortste tijd (5 seconden)
Instelknopje 5 min.: 5 minuten
Instelknopje 30 min.: langste tijd (30 minuten)
De nalooptijd Wordt door iedere geregistreerde beweging voor afloop van deze
tijd opnieuw gestart. Bij de instelling van het registratiebereik en voor de functie-
controle raden Wij aan de kortste tijd in te stellen.
Opmerking: na iedere uitschakeling is een hernieuwde bewegingsregistratie
gedurende ca. 6 sec. niet mogelijk. Pas na afloop van deze tijd kan de sensor-
schakelaar bij beweging Weer licht inschakelen.
Led ON/OFF
Als het status-led-lampje als storend Wordt ervaren, kan dit probleemloos
Worden uitgeschakeld.
Instelknopje kort (1 seconde) op Led ON/OFF zetten.
Led knippert 1 keer: led is ingeschakeld.
Led knippert 2 keer: led is uitgeschakeld.
- 45 -