beschadigd op een andere manier of als het niet goed werkt. Probeer niet om het defecte
product zelf te repareren, omdat het kan leiden tot een elektrische schok. Breng altijd het
beschadigde apparaat naar een professionele service locatie om het te repareren. Alle
reparaties kunnen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde service professionals. De
reparatie die ten onrechte werd gedaan kan gevaarlijke situaties opleveren voor de
gebruiker.
10.Zet het product nooit op of dichtbij hete of warme oppervlakken of keukenapparatuur,
zoals de elektrische oven of gasbrander.
11.Gebruik het product nooit in de buurt van brandbare stoffen.
12.Laat het snoer niet hangen over de rand van de balie of ergens waar het warme
oppervlakken aanraakt.
13.Laat het product niet aangesloten op het stopcontact zonder toezicht. Zelfs wanneer
gebruik wordt onderbroken voor een korte tijd, zet het uit van het netwerk, stekker uit het
stopcontact.
14.Om extra bescherming te bieden, is het raadzaam om residu (RCD) te installeren in de
stroomkring, met een resterende huidige beoordeling niet meer dan 30 mA. Neem contact
op met professionele elektricien in deze zaak.
15. Laat het motorgedeelte van het apparaat nooit nat worden.
16. Het is verboden om vingers of andere voorwerpen in de openingen in de behuizing in te
steken.
17. Bedek het uitlaat- en achterrooster op geen enkele wijze.
18. Verwijder het water uit de machine door de dop los te draaien die zich onder de basis
bevindt voordat het apparaat na het gebruik opgeborgen wordt.
19. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact wanneer het apparaat een langere
tijd niet wordt gebruikt.
20. Verplaats het apparaat niet als er water is in het binnenreservoir.
21. Leg op het apparaat geen voorwerpen.
22. Het apparaat mag worden gebruikt alleen bij een efficiënt werkende ruimteventilatie.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1. Luchtuitlaatopening
4. Handgreep (aan beide kanten)
7. Waterreservoir
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Een merkbare verlaging van de temperatuur van de uitlaatlucht treedt op na het in het waterreservoir plaatsen van plastic containers die
aan het eerder ingevroren product in de vriezer zijn bevestigd. Het wordt aanbevolen om de tank met koud kraanwater te vullen.
1. Plaats de koeler op een droog, effen oppervlak en zet de stekker in het stopcontact.
2. Trek het waterreservoir (7) uit dat zich aan de achterkant van het apparaat bevindt en vul het met water (afb. B). Overschrijd het
maximumniveau niet.
3. Gebruik de "ON"-toets op het bedieningspaneel (8) om het apparaat in te schakelen.
4. Druk op de toets SPEED om een van de drie snelheidsniveaus te kiezen. Er zijn de volgende snelheidsniveaus: HIGH (hoog),
MIDDLE (middel) en LOW (laag).
5. Met de HUMIDIFY-toets wordt de temperatuur van de afvoerlucht omlaag gebracht door de waterpomp in te schakelen. Als extra is het
apparaat uitgerust met twee koelelementen. Om daar gebruik van te kunnen maken, dienen ze een dag van tevoren in een vriezer te
worden gelegd. Vervolgens dient men een of beide koelelementen in het waterreservoir (7) te plaatsen. Er moet water in het
waterreservoir aanwezig zijn om koude lucht te kunnen uitblazen. Tijdens de werking van het apparaat dient men regelmatig het
waterniveau na te kijken om te bepalen of het waterreservoir moet worden bijgevuld.
6. De binnen ventilatierooster zwenkt automatisch wanneer de SWING-functie wordt geselecteerd zodat de koude luchtstroom
gelijkmatig verspreid wordt. De buiten ventilatieroosters bewegen niet automatisch, ze kunnen indien nodig handmatig horizontaal
worden aangepast.
7. Wanneer men het apparaat tijdgestuurd wil uitschakelen, dient men op de toets TIMER te drukken (als men de TIMER-functie niet
gebruikt, zal het apparaat zo lang aanstaan totdat het handmatig wordt uitgeschakeld).
8. Met de MODE-toets kan men de werkingsmodus veranderen. Naast de normale modus beschikt het apparaat over twee andere
functies: "NATURE" en "SLEEP". De NATURE-modus simuleert natuurlijke windbeweging door de snelheid om ca. 10 seconden te
veranderen van LOW via MIDDLE naar HIGH. Met de SLEEP-functie wordt het apparaat na een bepaalde tijd uitgeschakeld. Als de
LOW-snelheid wordt gekozen, wordt het apparaat na 30 minuten automatisch uitgeschakeld. Als de MIDDLE-snelheid wordt gekozen,
gaat de snelheid na 30 minuten omlaag naar LOW en wordt het apparaat na de volgende 30 minuten automatisch uitgeschakeld. Als de
HIGH-snelheid wordt gekozen, gaat de snelheid na 30 minuten omlaag naar MIDDLE. Vervolgens gaat de snelheid na de volgende 30
minuten omlaag naar LOW en wordt het apparaat na nog 30 minuten automatisch uitgeschakeld.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Reinig het apparaat met een droge zachte doek. Gebruik geen chemische oplosmiddelen omdat ze de behuizing permanent kunnen
2. Waterniveau-indicator
5. Filternet
8. Bedieningspaneel
34
3. Wielen
6. Kabelhouder voeding