NEDERLANDS
DC
Het toestel levert gelijkstroom.
AC
Het toestel levert wisselstroom.
S-test
Het apparaat controleert de interne vei-
ligheidsvoorzieningen voor het werken
onder verhoogde elektrische bedrei-
ging. Om de test te starten:
1.
Apparaat inschakelen
De bedrijfsweergave en de LED S-
test moeten branden.
2.
Omschakelaar
stroomsoort
„Test" schakelen.
− Het toestel simuleert intern een
storing aan de lasstroomuitgang.
DE LED S-test moet na korte tijd
uitgaan.
− Als de LED S-test uitgaat, was de
test succesvol.
Het apparaat is nu niet meer
bedrijfsklaar!
3.
Apparaat uitschakelen.
4.
Keuzeschakelaar op het gewenste
stroomsoort terugschakelen en na
ca. 10 sec. weer inschakelen.
3
Opmerking:
Een succesvolle test betekent dat
geen storing in de veiligheidsvoorziening
werd herkend.
Niet succesvolle test betekent dat de
besturing een storing in de veiligheids-
voorziening heeft herkend.
Stop in dit geval de werkzaamheden
en richt u zich aan de service!
5.2
Parameter
De volgende parameters kunt u varië-
ren:
Lasstroom I1
Maximale stroom voor de eigenlijke las-
procedure.
Instelbereik, in 1 A-stappen,
− bij het WIG lassen: 3 A...170 A
− bij het elektrodelassen: 10 A... 140 A.
3
Opmerking:
Gedurende het lasproces wordt
de actuele streefwaarde van de las-
stroom weergegeven.
Indien u een daaltijd groter nul heeft
ingesteld, verandert zich de waarde in
de weergave continu, tot de eindwaarde
is bereikt.
Een verandering van de lasstroom gedu-
rende het lasproces is steeds mogelijk.
3
Opmerking:
Is een voetafstandsregelaar aan
het toestel aangesloten, schakelt het
toestel principieel in het tweetakt-bedrijf.
Is een handafstandsregelaar aangeslo-
24
All manuals and user guides at all-guides.com
ten, kan het bedrijfsstroom alleen met
deze
regelaar
Strominstelbereik voetafstandsregelaar:
minimale stroom tot ingestelde bedrijfs-
stroom.
Stroominstelbereik
afstandsregelaar: minimale stroom tot
maximale stroom.
Tweestroom I2
Stroom, waarop gedurende het laspro-
ces in het 4-takt-bedrijf kan worden
omgeschakeld. Om de actueel inge-
stelde waarde weer te geven:
1.
een 4-takt-bedrijfssoort instellen.
op
2.
Tweestroomtoets aan de WIG-las-
brander indrukken en ingedrukt hou-
den.
− De LED lasstroom l2 brandt en in
de weergave verschijnt de actu-
eel ingestelde waarde van I2. De
waarde kan nu met het twee-
stroom-stelwieltje worden geva-
rieerd.
3.
Tweestroomtoest loslaten.
− LED lasstroom l2 gaat uit, in de
weergave verschijnt weer de
waarde van de lasstroom I1.
− De ingestelde waarde voor l2
wordt opgeslagen.
Minimale stroom
Stroom die door de lasstroom aan het
einde van de lasprocedure bereikt wordt
voor vullen van de eindkraters.
Daaltijd
Tijd, waarin de stroom op de minimale
stroom daalt.
Instelbereik: Min....Max., hetzelfde als 5
ms ... 10 sec.
Gasnastroomtijd t.
Tijd,
voor
die
nastroom nadat het lasproces werd
beëindigd.
Instelbereik 5...35 sec.
FREQUENTIE
Frequentie van de laspulsen.
Met
de
formule
frequentie [Hz] = tijdsduur [sec] kan u de
duur van een puls berekenen.
Instelbereik: 30 Hz...200 Hz.
BALANCE
(alleen in het bedrijfssoort WIG AC..)
Verhouding van tijdsduur positieve span-
ning tot tijdsduur negatieve spanning bij
AC-lassen. Een waarde van bijvoorbeeld
30 % betekent dat de lasspanning aan
de elektrode gedurende 30 % van de
duur (t
) van een periode (T) positief, en
1
gedurende 70 % van de duur (t
tief is.
worden
gevariërd.
hand-
Een verhoging van deze waarde leidt tot
een betere reinigende werking (alumi-
niumlassen), maar heeft tegelijk een
hogere thermische belasting van de
elektrode tot gevolg.
Regelbereik:
5.3
Lassen met gasbescherming
uit, alvorens met het lassen te begin-
nen:
alleen in langsrichting slijpen!
het
beschermgas
1.
2.
1 ÷ ingestelde
3.
4.
5.
Elektrodelassen
1.
2.
3.
) nega-
2
4.
+U
t
t
1
2
T
-U
25 % ... 75 %.
Bedrijf starten
A
Oppassen!
Voer onderstaande controles
− Is het juiste beschermingsgas
aangesloten?
− Wordt
de
juiste
gebruikt?
− Is de elektrode nog voldoende
spits?
Slijp de
elektrode
nodig.
3
Opmerking:
Elektroden voor het DC-lassen
Bevestig de lasstroomretourleiding
op een geschikte plaats op het
werkstuk.
Open de hoofdafsluitkraan van de
gasfles en stel het gewenste gasde-
biet in.
Vervang het gasmondstuk indien
nodig.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Selecteer de gewenste lasmethode.
Stel de gewenste lasstroom in.
Het lasapparaat is nu gebruiksklaar.
Bevestig de lasstroomretourleiding
op een geschikte plaats op het
werkstuk.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Selecteer de lasmethode „Elek-
trode".
Stel de gewenste lasstroom in.
Het lasapparaat is nu gebruiksklaar.
t
branderkop
bij
indien