5.
De zwarte 3-polige behuizing bij de contactdoos op de microinschakelaar aansluiten.
a) contactdoos samen met de onderlegger monteren m.b.v. bijgevoegde schroeven en moeren op de
bevestigingsplaat van de contactdoos,
b) let op dat de onderlegger juist bevestigd wordt,
c) de kabelboom zo monteren dat er geen scherpe knikken in komen en dat deze nergens tegen kan schuren.
Het uiteinde van de kabelboom met grijs/gele,
6.
lichten doorvoeren:
a) 6-polige zijstekker van de parkeerlichten lostrekken en verbinden met de passende stekker aan de kabelboom,
Het overgebleven uiteinde van de kabelboom op de parkeerlichten aansluiten.
7.
Het andere uiteinde van de kabelboom met 6-polig blokje naar de linker parkeerlichten doortrekken:
a) 6-polige zijstekker van de parkeerlichten lostrekken en verbinden met de passende stekker aan de kabelboom,
Het overgebleven uiteinde van de kabelboom op de parkeerlichten aansluiten.
8.
De bruine
bijgevoegde blikschroef en einde met het oogje vastzetten; het gat niet met een anti-roestmiddel behandelen.
9.
Stroomverzorging aanhanger
Betreft alleen de 13-polige versie. De 3-voudige beschermkap (met rood/blauwe, gele,
bestemd voor extra functies van de contactdoos. De kabelboom dient bevestigd te worden achter de kap. Ten
einde de functies van de contactdoos uit te breiden dienen extra onderdelen besteld te worden:
Functie „gelijk stroom plus en massa"
Functie „gelijk stroom plus, kabel voor massa om te laden" art. nr. 015-069
Alle leidingen monteren met de bijgevoegde klembanden, eerder gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
De accu aansluiten en alle functies van het voertuig controleren met aangekoppelde aanhanger of geschikt testap-
paraat.
kabels aansluiten op de massa (b.v. een gat boren met een diameter van 3 mm en met
/groene en grijs/rode kabels naar de rechter parkeer-
art. nr. 014-169
bruin draden) is