•
De camera mag niet worden blootgesteld aan druip- of spatwater. Plaats geen voorwerpen
die zijn gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld vazen, op of naast het apparaat.
•
Trek het oplaadapparaat uit het stopcontact, als dit niet in gebruik is of bij onweer.
Adviezen met betrekking tot batterijen
De camera werkt op de meegeleverde batterijen.
Let op de navolgende algemene aanwijzingen voor de omgang met batterijen:
•
Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Raadpleeg meteen een arts als er een batterij is
ingeslikt.
WAARSCHUWING!
Bij onoordeelkundige vervanging van de batterijen bestaat explosiege-
vaar.
Vervang batterijen alleen door eenzelfde of een gelijkwaardig type.
•
Controleer, voordat u de batterijen inzet, of de contacten van het apparaat en de batterijen
schoon zijn en reinig deze indien nodig.
•
Gebruik in principe alleen batterijen van het type AA.
•
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit (+/–).
•
Bewaar de batterijen op een koele, droge plaats. Door rechtstreekse invloed van warmte
kunnen batterijen beschadigd raken. Stel het apparaat daarom niet bloot aan intense hitte-
bronnen.
•
Vermijd het contact met huid, ogen en slijmvliezen. Spoel bij contact met accuzuur de be-
treffende lichaamsdelen onmiddellijk met overvloedig schoon water af en raadpleeg onmid-
dellijk een arts.
•
Gooi batterijen niet in het vuur, sluit ze niet kort en neem ze niet uit elkaar.
•
Stel de batterijen nooit bloot aan overmatige warmte zoals direct zonlicht, vuur etc.
•
Verwijder de batterijen als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
•
Verwijder een lekkende batterij onmiddellijk uit het apparaat. Maak de contacten schoon
voordat u een nieuwe batterij plaatst. Zuren uit batterijen kunnen het apparaat aantasten.
•
Verwijder elke lege batterij uit het apparaat.
•
Bij lage temperaturen kan de capaciteit van de batterijen door vertraging van de chemische
reactie duidelijk afnemen. Houd tijdens opnamen bij koud weer een tweede set batterijen
gereed op een warme plek (bijvoorbeeld in uw broekzak).
8