BESCHRIJVING
De nummers in de tekst verwijzen naar de diagram-
men op pagina 2 - 3.
1. Schakelaar Aan / Uit
2. Stofblaasschakelaar
3. Primaire handvat
4. Hulphandgreep
5. Instelwiel toerental
6. Schakelaar voor rondgaande werking
7. Schaalverdeling voor verstekhoek
8. Stofzuigeradapter
9. Grondplaat
10. Geleideroller
11. Klemhendel
12. Bouten voor parallelle geleiding
13. Inbussleutel
14. Zaaghouder
15. Zaagblad
16. Bout voor grondplaat
17. Parallelle geleider
18. Zaagmerkteken
3. ASSEMBLAGE
Het zaagblad vervangen (Afb. A, B)
Draag beschermende handschoenen
wanneer u het zaagblad monteert. Gevaar
voor persoonlijk letsel wanneer u het
zaagblad aanraakt.
Gebruik alleen zaagbladen waarvan de
typische gegevens overeenkomen met die
in de bedieningsinstructies.
Het zaagblad monteren
Let erop dat de zaagbladhouder vrij is van resten
van materiaal (zoals splinters van hout of metaal).
1. Draai de klemhendel (11) zover mogelijk naar
links en houd de hendel in die positie.
2. Steek het zaagblad in de zaaghouder (14).
Controleer dat het zaagblad stevig bevestigd is
en dat de tanden in de zaagrichting wijzen.
3. Laat de klemhendel los. Controleer dat de ach-
terzijde van het zaagblad in het midden van de
geleideroller (10) is bevestigd. Gebruik vooral
het juiste zaagblad voor het te zagen metaal. Bij
de machine wordt een grof zaagblad voor hout
en een fijn zaagblad voor metaal en kunststof-
fen geleverd.
WWW.VONROC.COM
Het zaagblad verwijderen
1. Draai de klemhendel (11) zover mogelijk naar
links en houd de hendel in die positie.
2. Haal het zaagblad uit de zaaghouder (14).
3. Laat de klemhendel los.
De parallelle geleiding bevestigen (Afb. C)
1. Draai de Bouten voor parallelle geleiding (12)
los.
2. Monteer de parallelle geleiding (17) op de
grondplaat (9).
3. Stel de gewenste zaagbreedte in met de schaal-
verdeling op de parallelle geleiding (17) en met
het zaagmerkteken op de grondplaat (9). Het
zaagmerkteken (18) geeft de positie van het
zaagblad aan.
4. Zet de Bouten voor parallelle geleiding (12) vast.
4. BEDIENING
In en uitschakelen (Afb. A)
• Om de machine in te schakelen drukt u de aan/
uit-schakelaar (1) in.
• Om de machine uit te schakelen, laat u de aan/
uit-schakelaar (1) los.
Instellen van de snelheid (Afb. A)
Het instelwiel voor het toerental wordt gebruikt
voor het instellen van de snelheid. De ideale snel-
heid is afhankelijk van het profiel en de tanden van
het zaagblad en van het te bewerken materiaal.
Stel de snelheid niet in tijdens gebruik.
• Draai het instelwiel voor het toerental (5) naar
de gewenste positie.
-
Gebruik voor harde materialen een zaag-
blad met fijne tanden en selecteer een
lagere snelheid.
-
Gebruik voor zachte materialen een zaag-
blad met grove tanden en selecteer een
hogere snelheid.
De verstekhoek aanpassen (Afb. A, D)
1. Draai de bout (16) los met de inbussleutel (13).
2. Stel de grondplaat (9) af in de gewenste positie
(0°- 45°). De zaaghoek (verstek) kan worden
afgelezen van de schaalverdeling (7).
3. Draai de bout (16) vast met de inbussleutel
(13). U kunt de inbussleutel op de machine
opbergen, zoals wordt getoond in Afb. A.
NL
19