AANSLUITINGEN
4.3 ANTENNES
Nadat het apparaat zoals door de omstandigheden vereist is aangesloten
op het versterkingssysteem, monteert u de twee bijgeleverde antennes
in de hiervoor bestemde aansluitingen op het achterpaneel (afb. 4.3.1).
Op afb. 4.3.2 ziet u de correcte plaatsing van de antennes voor een
optimale ontvangst.
OPMERKING
Indien de R234 in een rack wordt
geïnstalleerd en u geen gebruikt wilt
maken van eventuele verbindingen
met zich op afstand bevindende
antennes, dienen de bijgeleverde
antennes met behulp van de hiervoor
bestemde houders aan weerszijden
van het frontpaneel te worden
aangebracht.
Om deze 'configuratie' te verkrijgen,
gaat u als volgt te werk:
1) Monteer op het apparaat de twee
haken met BNC connectors, en zet
ze vast met de bijgeleverde
schroeven (zie afb. 4.3.3).
90°
4
4.3 ANTENAS
Una vez conectado el aparato al sistema de amplificación según las
necesidades, montar las dos antenas incluidas en el suministro en las
tomas correspondientes presentes en el panel trasero (fig. 4.3.1).
Afb./Fig. 4.3.1
En la fig. 4.3.2 se muestra la colocación correcta de las antenas para
optimizar la recepción.
Afb./Fig. 4.3.2
Afb./Fig. 4.3.3
VHF WIRELESS SYSTEMS
CONEXIONES
90°
NOTA
En el caso de que el R234 se instalara
dentro de un rack, y si no se quisieran
utilizar eventuales conexiones con
antenas distantes, será necesario
instalar las antenas incluidas en el
suministro en los lados del panel frontal
utilizando los soportes previstos.
Para conseguir esta 'configuración'
es necesario:
1) Montar en el aparato las dos
escuadras provistas de BNC,
fijándolas con los tornillos incluidos
en el suministro (ver fig. 4.3.3).
23