8
INSTELLINGEN
i
nsTelling maalgraad
De instelling mag alleen plaatsvinden wanneer de koffiemolen in werking is.
Gebruik melanges van koffiebonen voor espressoapparaten. Indien u niet het gewenste resultaat bereikt, gebruikt u dan
verschillende koffiemelanges. Bewaar de koffie op een koele plek in een hermetisch gesloten houder.
De wijziging van de maalgraad wordt na 3-4 kopjes koffie merkbaar.
Indien de maling te fijn ingesteld is (knop geheel tegen de wijzers van de klok in), dan kan de koffieafgifte te weinig of
afwezig blijken te zijn.
1
De maalgraad kan met de
knop geregeld worden.
h
oeveelheid koffie
De instelling dient plaats te vinden voordat de koffieafgifte plaatsvindt
Deze instelling is onmiddellijk van invloed op de geselecteerde koffieafgifte.
1
U kunt de hoeveelheid te
malen koffie instellen.
k
offie in kopje
Of
De koffie komt langzamer
naar buiten.
Sterkere koffie.
Om de hoeveelheid afgegeven koffie aan te passen aan de afmetingen van de kopjes zet u een
kopje onder het pijpje van de koffieafgifte, drukt u op de toets voor de afgifte van de gewenste
koffie en houdt u de toets ingedrukt, tijdens de volledige afgiftetijd van de koffie.
Wanneer het kopje vol is met de gewenste hoeveelheid, dan laat u de toets los. Het apparaat
is nu geprogrammeerd voor de afgifte van de door u gewenste hoeveelheid koffie.
De koffie komt sneller naar
buiten.
Slappere koffie.