1
REINIGING EN ONDERHOuD
Het apparaat en/of de onderdelen van het ap-
paraat niet drogen in een magnetron en/of een
oven.
ALGEMENE
REINIGING
Trek de koffiediklade naar
buiten. De lade legen en
wassen.
AFGIFTEGROEp
Was de groep met stromend
water.
1
Het apparaat uitschakelen.
Trek de stekker uit het stop-
contact.
Pijpje met een vochtige
doek reinigen zodat het
schuim er niet aandroogt
1
Open het voordeurtje.
Was het bovenste filter
goed.
Het apparaat niet in water dompelen en de onder-
delen van het apparaat niet in de vaatwasmachine
reinigen.
Was het reservoir.
Was het filter dat zich in het
reservoir bevindt.
6
Demonteer de afgiftegroep
en reinig het met water.
Verwijder de druppelbak en
de koffiediklade.
6
Droog de groep en plaats
hem weer in het apparaat.
Niet op de toets "PUSH"
drukken.
Trek de druppelbak naar
buiten. De bak legen en
wassen.
De reiniging van het
apparaat, de onder-
delen en de afgiftegroep
moet minstens één keer per
week plaatsvinden.
Gebruik geen ethylalcohol,
oplosmiddelen en/of agres-
sieve chemische stoffen.
Druk op de toets PUSH om
de groep te verwijderen.
Plaats alle componenten van
het apparaat terug.
Sluit het deurtje.