Tabel 5 - Legende materialen dichting (slepende delen)
Afkorting materiaal dichting Beschrijving
Y
W
G
S
Tabel 6 - Legende materialen dichting (elastomeren)
Afkorting materiaal pakking Beschrijving
N
Nitrilrubber (NBR)
T PTFE - polytetrafluorethyleen (TEFLON®)
V Rubber in fluorelastomeer (VITON®)
Het elastomeer waarvan de klep bij de aanzuiging van de pomp vervaardigd is, is hetzelfde als dat gebruikt voor de mechanische
dichting.
De platte pakkingen tussen het pomphuis en de motorhouder zijn van:
- Centellen WS3820® wanneer de elastomeren van de dichting in TEFLON® zijn;
- Guamotor 33 G® in alle andere gevallen.
11. SMERING VAN DE LAGERS
De pompen kunnen over twee types van lagers beschikken:
1. afgeschermde of waterdichte lagers (van het type 2RS of ZZ) die niet gesmeerd hoeven te worden. Bij een correct gebruik,
zal dus geen onderhoud nodig zijn tijdens de levensduur voorzien voor het lager. Voor de pompen van het gamma JP die dit
type van lagers aanwenden, is een vervanging nodig ongeveer om de 1500 werkuren;
2. lagers die gesmeerd moeten worden om de 500 bedrijfsuren, met lithiumvet op basis van minerale olie (HTF 5613 GRAAD
3).
OPGELET Een ontoereikende of verkeerde smering van de lagers doet de vereisten voor de veiligheid en be-
scherming tegen het gevaar voor explosie van de pomp vervallen. De lagers mogen uitsluitend door Varisco
S.p.A. of door het bevoegd technisch personeel vervangen worden (voor het onderhoud en de vervanging van
de lagers, raadpleeg de handleiding "Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen" van de pomp).
12. BEVESTIGING VAN DE ONDERDELEN AAN DE BASIS
De pompen die geleverd worden reeds gekoppeld aan een elektrische motor aan de hand van koppelingen en eventueel me-
chanische reductoren, werden bij de montage in de fabriek reeds onderworpen aan een optimale uitlijning tussen de verschil-
lende assen die de beweging overbrenging. Bij de installatie van de machine op de werkplaats, moet men de uitlijning evenwel
opnieuw controleren op de volgende manier:
- plaats de basis op het vlak van de fundering door de ankerbouten in de gaten van de basis te steken zonder evenwel de
bouten vast te draaien;
- verwijder de stuiklassen;
- draai de ankerbouten vast en hercontroleer de axiale, radiale en parallelle uitlijning zoals aangegeven in de handleidingen van
de koppelingen. Indien afwijkende uitlijningen vastgesteld worden, moeten de correcte waarden hersteld worden volgens de
instructies voor de montage van de koppelingen;
- herpositioneer de stuiklassen vooraleer te starten.
Het is verder van essentieel belang periodiek het aandraaimoment van de bouten te controleren die de afzonderlijke onderdelen
vastmaken aan de basis (inclusief de schroeven die de stuiklas blokkeren).
13. CAVITATIE
Cavitatie is niet alleen schadelijk voor de pomp, maar is ook een gevaarlijk verschijnsel in een mogelijk explosieve atmosfeer:
men moet controleren of de pomp correct gekozen werd, met verwijzing naar de kromme van NPSH gevraagd van de pomp.
De installateur moet de beschikbare NPSH in de installatie berekenen (ook rekening houdend met de filters, kleppen en alle
vloeistofdynamische lekken bij de aanzuiging).
OPGELET Varisco S.p.A. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor storingen veroorzaakt door ongeschikte
NPSH en beperkt zich tot het leveren van de NPSH-waarde gevraagd door de pomp.
54
NL - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOLGENS DE RICHTLIJN 94/9/EG - J-ATEX
Gesinterde siliciumcarbide (SiC)
Gesinterde wolfraamcarbide(WC)
Synthetisch grafiet
Steatiet (siliciumkeramiek)