B
1
Uw machine kan een enkele aansluiting voor watertoevoer (koud) of een dubbele
aansluiting voor watertoevoer (warm en koud) hebben, afhankelijk van de kenmerken van de
machine. De slang met het witte uiteinde moet worden aangesloten op de koudwatertoevoer
en de slang met het rode uiteinde op de warmwatertoevoer (indien van toepassing).
• Om waterlekkage bij de afdichtingen te voorkomen, worden 1 of 2 moeren (afhankelijk van
de technische kenmerken van uw machine) meegeleverd in de verpakking met de slang.
Bevestig deze moeren op het (de) uiteinde(n) van de watertoevoerslang die moet worden
aangesloten op de watertoevoer.
2
Sluit de nieuwe watertoevoerslangen aan op een waterkraan van 1,9 cm met
schroefdraad.
• Sluit het witte uiteinde van de watertoevoerslang aan op het witte watertoevoerventiel
aan de achterkant van de machine en het rode uiteinde van de slang op het rode
watertoevoerventiel (indien van toepassing).
• Draai de aansluitingen met de hand aan. Raadpleeg in geval van twijfel een erkende
loodgieter.
• Een waterstraal met een druk van 0,1 - 1 MPa zorgt ervoor dat uw machine zo efficiënt
mogelijk werkt (een druk van 0,1 MPa betekent dat er per minuut meer dan 8 liter water door
een volledig geopende kraan stroomt).
3
Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, zet u de watertoevoer voorzichtig open en
controleert u op lekkages.
4
Verzeker u ervan dat de nieuwe watertoevoerslangen niet ingesloten, geknikt, verdraaid,
gevouwen of geplet zijn.
• Als uw machine een aansluiting voor warmwatertoevoer heeft, mag de temperatuur van de
warmwatertoevoer niet hoger zijn dan 70 °C.
OPMERKINGEN:
op uw watertoevoer worden aangesloten. Oude slangen mogen niet worden hergebruikt.
Gebruik van het toestel
Uw wasmachine mag alleen met de meegeleverde nieuwe slangen
52
NL