NEDERLANDS
1.
Rode deel
2.
Knop
3.
Accu
4.
Hendel
5.
Aanslag
6.
Zool
7.
Zaaglijn
8.
Aan/uit-schakelaar
9.
Uit-vergrendeling
10. Asvergrendeling
11. Inbussleutel
TECHNISCHE GEGEVENS
Diameter zaagblad
Max. zaagdiepte
Nullasttoerental (min
Netto gewicht
Nominale spanning
• Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
• De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
• Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld voor het recht zagen in de
lengte- en breedterichting, en verstekzagen onder een
hoek in hout, waarbij het gereedschap stevig in contact
staat met het werkstuk.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
SPECIFIEK VOOR EEN
CIRKELZAAG
Gevaar:
1. Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied
en het zaagblad. Houd met uw andere hand de
voorhandgreep of de behuizing van het
gereedschap vast. Als u de cirkelzaag met beide
handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk. De
beschermkap kan u niet beschermen onder het
werkstuk tegen het zaagblad. Probeer niet afgezaagd
materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad nog
draait.
LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u
het afgezaagde materiaal vastpakt.
3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte van
het werkstuk. Minder dan een volledige tandhoogte
dient onder het werkstuk uit te komen.
28
Verklaring van algemene gegevens
12. Binnenflens
13. Zaagblad
14. Buitenflens
15. Inbusbout
16. Stofafzuigaansluitmond
(accessoire)
17. Schroef
18. Slang
19. Stofzuiger
20. Achterhandgreep
21. Voor handgreep
Model
bij 90°
bij 45°
bij 50°
-1
)
Totale lengte
BSS610
4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
ENE028-1
vast met uw handen of benen. Zorg dat het
werkstuk stabiel is ten opzichte van de
ondergrond. Het is belangrijk het werkstuk goed te
ondersteunen om de kans te minimaliseren dat uw
lichaam eraan blootgesteld wordt, het zaagblad
vastloopt of u de controle over het gereedschap
verliest.
Een typisch voorbeeld van een goede kant en
werkstuk ondersteuning. (zie afb. 1).
GEB060-1
5. Houd het gereedschap vast aan het geïsoleerde
oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op
plaatsen waar het zaaggereedschap met
verborgen bedrading in aanraking kan komen.
Door contact met onder spanning staande draden,
zullen ook de niet-geïsoleerde metalen delen van het
elektrisch gereedschap onder spanning komen te
staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan
krijgen.
6. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegeleider
of de langsgeleider. Hierdoor wordt de
nauwkeurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van de
juiste afmetingen en vorm (diamand versus rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de
bevestigingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen
excentrisch draaien waardoor u de controle over het
gereedschap verliest.
22. Klembout
23. Breedtegeleider (liniaal)
24. Stelschroef voor 45° (Alleen
BSS610)
25. Stelschroef voor 90°
26. Geodriehoek
27. Slijtgrensmarkering
28. Koolborsteldop
29. Schroevendraaier
165 mm
57 mm
40 mm
36 mm
3.700
347 mm
3,5 kg
18 V gelijkstroom
BSS611
3,3 kg