Afhankelijk van de gebruikte producten kan er brandgevaar bestaan; rook niet en vermijd open vlammen
wanneer u werkt met producten die mogelijk ontvlambare producten.
PROBLEMEN
Het pistool spuit niet wanneer de
trekker wordt overgehaald.
Spuitresultaat onregelmatig
De tank laat zich niet losschroe-
ven.
10.1 Maak het spuitpistool los van de luchttoevoer.
10.2 Maak het spuitpistool leeg door het product in een geschikte opvangbak te laten lopen.
10.3 Giet de benodigde hoeveelheid van een voor de reiniging geschikt verdunner (0,5 l) in de tank.
10.4 Sluit de tank en sluit het spuitpistool weer aan.
10.5 Spuit het oplosmiddel in een geschikte opvangbak.
Overtuig u ervan dat de regelaar (9) volledig gesloten is, om verstuiving van het oplosmiddel te voorkomen (dit
zou kunnen leiden tot vervuiling van de directe omgeving).
Dompel het spuitpistool niet onder in het oplosmiddel, maar reinig het met een zachte borstel of een doek.
10.6 Smeer af en toe de stang van de luchtklep. Hang het spuitpistool op aan de speciale haak wanneer u
pauzeert of het werk be indigt.
10.7 Gebruik nooit geweld. Bij gebruik van onjuist gereedschap, bijv. een pijptang, een gasbrander enz.,
vervalt de garantie. In veel gevallen kunnen correcte reparaties alleen worden uitgevoerd met behulp van
speciaal gereedschap. Beperk u in zulke gevallen tot het vaststellen van de oorzaak van het probleem en
laat de reparatie over aan de deskundige medewerkers van uw verkooppartner.
50
BDA_Druckbecherpistole_HRS2.indd 50
8 – RISICO'S
9 – VERHELPEN VAN STORINGEN
OORZAKEN
Geen toevoer
Toevoerslang vervuild of verstopt
Restdruk in de tank
10 – VERZORGING EN ONDERHOUD
CORRECTIEMAATREGELEN
Open de handregelaar (19).
Reinig alle leidingen en de
spuitkop. Kantel het spuitpistool
niet in een hoek van meer dan
45°.
Trek aan de ring van de veilig-
heidsklep (41).
14.03.13 13:28