F
GB
D
E
BEDIENING
Opmerking: Houd de zaagmachine in de normale
werkstand en draai de snelheidsregelaar linksom om de
snelheid en het vermogen van uw zaag te verhogen.
Draai de regelaar rechtsom om de snelheid te verlagen.
Om de regelaar op een vaste snelheid te blokkeren drukt
u de drukschakelaar in, drukt u de vergrendelknop in en
laat u de schakelaar los. Vervolgens kunt u de regelknop
verdraaien naar de gewenste snelheid.
Opmerking: Als de snelheidsregelaar zo ver mogelijk
rechtsom is gedraaid (nulinstelling) werkt de zaag
helemaal niet.
Opmerking: Als u de snelheidsregelaar niet wilt te
gebruiken, draait u hem zo ver mogelijk linksom. In deze
stand kunt u de snelheid uitsluitend regelen door de
drukschakelaar harder of zachter in te drukken.
Laat de zaag niet voor langere tijd op een lage snelheid
draaien. De motor kan door lange tijd op lage snelheid te
werken oververhit raken. In dit geval kunt u de zaag
afkoelen door deze onbelast op maximumsnelheid te
laten draaien.
Volg onderstaande aanwijzingen om de juiste snelheden
te bepalen afhankelijk van werkwijze en van materiaal.
Een LAGE snelheid wordt aanbevolen voor zagen
■
met geringe kracht en snelheid, bijvoorbeeld als u
een zaagsnede begint.
Een MATIGE snelheid wordt aanbevolen voor het
■
zagen van harde metalen, kunststoffen en meubelplaat.
Een HOGE snelheid wordt aanbevolen voor
■
zaagwerk waarbij maximaal vermogen vereist is,
zoals voor het zagen van hout. Ook voor zachte
metalen zoals aluminium, brons en koper wordt een
hoge zaagsnelheid aanbevolen.
ZAAGJES OPBERGEN (afb. 3)
Bijzonder handig is het opbergvak voor zaagjes. Dit vakje
(11) bevindt zich achter het stofafzuigmondstuk.
Hierin kunt u extra zaagjes wegbergen.
Openen: duw op de klep met uw duim of uw vinger.
■
Plaats uw zaagjes in het opbergvak.
■
Sluiten: duw op de klep met uw duim of uw vinger.
■
WAARSCHUWING
Steek geen zaagje in de ventilatiesleuven (7).
Daar zou het zaagje in aanraking kunnen komen
met spanningvoerende onderdelen van binnen
en elektrische schokken veroorzaken die tot
ernstig lichamelijk letsel kunnen leiden.
NL
I
P
S
DK
N
FIN
GR
Nederlands
WAARSCHUWING
Uw zaagmachine mag nooit op de stroom zijn
aangesloten wanneer u onderdelen monteert,
instellingen verandert, het zaagblad inzet of
verwijdert, of wanneer u de machine niet
gebruikt. Trek de stekker van de zaag uit het
stopcontact om te voorkomen dat de zaag
ongewild in werking kan treden, wat ernstig letsel
tot gevolg kan hebben.
ZAAGBLAD INZETTEN (afb. 4)
Trek de stekker van uw zaagmachine uit het
■
stopcontact.
WAARSCHUWING
De machine kan ongewild in werking treden en
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken als de
stekker van de zaagmachine niet uit het
stopcontact is getrokken.
Duw de hendel van de snelklem (16) omhoog.
■
Schuif het zaagje zo ver mogelijk in de zaaghouder.
■
Controleer of het achterste deel van het zaagje goed
■
in de groef van het geleidewieltje (12) zit.
Laat de hendel van de snelklem los.
■
WAARSCHUWING
Draag altijd een veiligheidsbril of een beschermbril
met zijschotjes om gevaar voor ernstig lichamelijk
letsel te beperken. Houd uw handen en vingers uit
de buurt van het motorhuis en het zaagje en ga
niet met uw hand of vingers langs de onderkant
van het werkstuk terwijl u zaagt.
WAARSCHUWING
Controleer altijd voordat u begint te zagen of de
beschermkap op zijn plaats zit om ernstig
lichamelijk letsel te voorkomen.
NORMAAL ZAAGWERK (afb. 5)
Plaats het voorste deel van voetplaat van de
zaagmachine op het werkstuk en zorg dat de voorkant
van het zaagje is gericht op de afgetekende zaaglijn op
het werkstuk. Zorg dat het netsnoer niet in het verlengde
van het zaagblad kan komen. Zet de machine aan en
breng de zaag naar het werkstuk. Druk de zaagmachine
enigszins naar beneden om te zorgen dat de machine
altijd in aanraking blijft met het werkstuk en schuif de
zaag geleidelijk en licht naar voren om te zagen.
45
H
CZ
RUS
RO
PL
SLO
HR
TR