7. GEBRUIK
7.1. HET SPRUITSTUK IN GEBRUIK NEMEN
Controleer de parameters nadat het spruitstuk volledig is geïnstalleerd.
Controleer of de afsluitkleppen V1 en V2, V5 en V6 en V10 gesloten zijn.
•
Controleer of de beide ontluchtingskleppen V3 en V4 gesloten zijn.
•
Open LANGZAAM de gasstroming vanuit de cilinders of cilinderbundels naar inlaten I1 en I2.
•
Open LANGZAAM de ontluchtingskleppen V3 en V4 en ontlucht het linker en rechter
•
inlaatgedeelte van het spruitstuk.
Sluit ontluchtingskleppen V3 en V4.
•
Open LANGZAAM inlaat-afsluitkleppen V1 en V2. De cilinderdruk kan worden afgelezen op
•
meters M1 en M2.
Open LANGZAAM onderhoudskleppen V5 en V6. De uitlaatdruk kan worden afgelezen op
•
meter M3.
Open LANGZAAM uitlaat-afsluitklep V10. De toegevoerde gas begint in de pijpleiding te
•
stromen via uitlaatverbinding O1.
Bepaal of de rechter of de linker rij met cilinders de toevoer moet starten door de hendel L te
•
bewegen. Start de toevoer altijd vanaf de rij met de laagste druk.
Info: De rugplaat is uitgerust met twee microschakelaars (T5 en T6). Hiermee kan elektrisch
worden bepaald, welke zijde wordt bewaakt op het lekken van reserve.
Controleer alle verbindingen op lekkage met behulp van een vloeistof voor het opsporen
•
van lekken.
Terwijl het gas stroomt, zal de druk aan de gebruikszijde teruglopen. Dit wordt aangegeven
•
door inlaatmeter M1 of M2.
7.2. WISSELING VAN DE RIJ
Bij een vooraf bepaalde drukinstelling van het spruitstuk van 10,5 bar neemt de reserverij het
over van de bijna lege rij met cilinders. Er verschijnt een alarm 'Gebruikszijde wisselen'. Dit
wordt aangegeven door drukschakelaars. (Zie hoofdstuk 8 – Alarmtoestanden.)
7.2.1. LINKERKANT LEEG
Inlaatdrukmeter M1 aan de linkerkant geeft aan dat de cilinders leeg zijn, zodat de linker rij
•
met cilinders moet worden vervangen.
Sluit de uitlaatklep van de gasbron (cilinder of cilinderbundels) aan de linkerkant vóór
•
inlaatverbinding I1.
Sluit afsluitklep V1.
•
Open LANGZAAM ontluchtingsklep V3 om gas te laten ontsnappen dat zich mogelijk in de
•
hogedrukslang bevindt.
Sluit ontluchtingsklep V3 en koppel de hogedrukslang los van de cilinders of cilinderbundels.
•
Vervang lege cilinders door volle cilinders.
•
Sluit de hogedrukslang weer aan op de cilinders of cilinderbundels. Gebruik nieuwe
•
pakkingen, gesmeerd met smeer dat is goedgekeurd voor zuurstof onder hoge druk, tot
250 bar (bijvoorbeeld smeermiddel).
Open LANGZAAM afsluitklep van de gasbron en inspecteer de verbindingspunten met een
•
vloeistof voor het opsporen van lekken.
Open LANGZAAM ontluchtingsklep V3 gedurende 5 seconden om lucht te laten ontsnappen
•
die zich in de hogedrukslang bevindt.
Sluit ontluchtingsklep V3.
•
Verander de stand van hendel L voor een normaal gebruik van de rechterkant (hendel wijst
•
naar beneden), open afsluitklep V1 en lees de volledige inhoud van de nieuwe cilinders af op
inlaatmeter M1. De alarmtoestand 'Gebruikszijde wisselen' wordt hierdoor opgeheven.
De linkerkant is nu de reserverij met gevulde cilinders.
•
7.2.2. RECHTERKANT LEEG
Inlaatdrukmeter M2 aan de rechterkant geeft aan dat de cilinders leeg zijn, zodat de rechter
•
rij met cilinders moet worden vervangen.
105/164
NL