Sluit de uitlaatklep van de gasbron (cilinder of cilinderbundels) aan de rechterkant vóór
•
inlaatverbinding I2.
Sluit afsluitklep V2.
•
Open LANGZAAM ontluchtingsklep V4 om gas te laten ontsnappen dat zich mogelijk in de
•
hogedrukslang bevindt.
Sluit ontluchtingsklep V4 en koppel de hogedrukslang los van de cilinders of cilinderbundels.
•
Vervang lege cilinders door volle cilinders.
•
Sluit de hogedrukslang weer aan op de cilinders of cilinderbundels.
•
pakkingen, gesmeerd met smeer dat is goedgekeurd voor zuurstof onder hoge druk, tot
250 bar (bijvoorbeeld smeermiddel).
Open LANGZAAM de afsluitklep van de gasbron en inspecteer de verbindingspunten met
•
een vloeistof voor het opsporen van lekken.
Open LANGZAAM ontluchtingsklep V4 gedurende 5 seconden om lucht te laten ontsnappen
•
die zich in de hogedrukslang bevindt.
Sluit ontluchtingsklep V4.
•
Verander de stand van hendel C voor een normaal gebruik van de linkerkant (hendel wijst
•
naar boven), open afsluitklep V2 en lees de volledige inhoud van de nieuwe cilinders af op
inlaatmeter M2. De alarmtoestand 'Gebruikszijde wisselen' wordt hierdoor opgeheven.
De rechterkant is nu de reserverij met gevulde cilinders.
•
7.3. STILLEGGING
NL
Het spruitstuk mag alleen worden afgesloten door een verantwoordelijke persoon conform EN
ISO 7396-1.
Voor een kort durende stillegging (uren) sluit u afsluitkleppen V1 en V2.
•
Voor een langdurige stillegging (dagen) sluit u afsluitkleppen V1 en V2 alsmede de
•
isolatiekleppen van de cilinder.
8. ALARMTOESTANDEN
8.1. ALARMPROCEDURE
Bij het signaleren van een alarmtoestand gaat de desbetreffende visuele indicator branden op
de alarmunit. De alarmtoestand dient te worden geregistreerd en vereiste maatregelen moeten
worden genomen, zoals beschreven in de volgende paragrafen.
8.2. STATUS AANGEGEVEN DOOR HET GASALARM
Gebruik altijd de instructie voor het gasalarmsysteem.
8.2.1. LEKKENDE RESERVEZIJDE (LEKKAGE RECHTS OF LEKKAGE LINKS)
Het alarm wordt afgegeven in de volgende situaties:
a) Druk aan reservezijde is te laag
Spoor de lekkage op met behulp van een vloeistof voor het opsporen van lekken. Isoleer het
•
lekkagegebied en voer reparatie uit/vervang het onderdeel of de sluitring.
b) Hendel L is niet in de juiste stand
Controleer of hendel L zich in de juiste stand bevindt.
•
Controleer of de akoestische en visuele alarmen op het gasalarmsysteem zijn opgeheven.
•
8.2.2. GEBRUIKSZIJDE WISSELEN
Het alarm wordt afgegeven in de volgende situaties:
a) De toevoerzijde is leeg
Vervang de lege cilinders door volle cilinders zoals beschreven in hoofdstuk 7.
•
Controleer of de akoestische en visuele alarmen op het alarmsysteem zijn opgeheven.
•
106/164
Gebruik nieuwe